Desondanks hebben Van den Bergh, Hüffer en Cerutti het beschadigde zegel aan de rechter staart beschouwd als dat van de stad of het schepencollege van Middelburg. Een dergelijke opvatting impliceert dat schepenen van Middelburg, waarvan de namen vlak boven de bekrachtigingsformule worden opgesomd, het onderwerp van de zegelaankondiging zouden zijn geweest. Het subject zou in dat geval zijn veranderd. Een dergelijke wisseling is bepaald niet onbekend en komt met name juist in zegelaankondigingen regelmatig voor. Maar in dergelijke ge vallen wordt de verandering van onderweip wel telkens nader gespecificeerd14. Zoals wij reeds opmerkten, ontbreekt echter in deze tekst een dergelijke nadere toelichting. De veronderstelling dat enkele woorden in de zegelaankondiging zijn weggevallen, zou dit probleem oplossen. De toevoeging 'nos scabini predicti': 'wij voornoemde schepenen', zou bijvoorbeeld goed denkbaar zijn15. Een derge lijke omissie zou op zich ook goed voorstelbaar zijn, bijvoorbeeld in het geval er eerst een concept is gemaakt, dat later in het net is overgeschreven. Deze veron derstelling maakt dit tekstgedeelte evenwel vreemd van vorm. Een vergelijking met soortgelijke gevallen leert dat wij mogen verwachten dat dan niet alleen de schepenen in de eerste persoon zouden zijn opgevoerd, maar dat ook het zegel van de abt op deze wijze zou zijn aangekondigd. Dit is niet het geval. Daarnaast wordt de zegelaankondiging inhoudelijk zeer opmerkelijk. Immers de woorden 'ad petitionem nostram': 'op ons verzoek', zouden dan terugslaan op de Middel burgse schepenen als onderwerp van de zin. Zij - niet de oorkonders of de be gunstigden - zouden in dat geval de abt hebben gevraagd het stuk mee te zege len. Een ander voorbeeld van een dergelijke gang van zaken ken ik niet. Andere personen die een schepenoorkonde bezegelen, doen dit óf op verzoek van een of beide partijen in de rechtshandeling óf omdat de betreffende schepenen niet over eigen zegels beschikken16. Dit laatste nu is zeker niet het geval17. Een algemeen bezwaar tot slot is het feit dat op de zinsconstructie, zoals deze nu in het origi neel staat, niets valt aan te merken. Een correcte tekst emenderen tot iets opmer kelijks kan natuurlijk nooit als oplossing voldoen. Een andere verklaring voor de wisseling van onderwerp zou een gedachte sprong van de redacteur van de tekst kunnen zijn. In dat geval zouden de vlak vóór de zegelaankondiging genoemde schepenen per abuis het onderwerp van de 14. Bv. Kruisheer, OHZ, III. nr 1582: "In cuius rei testimonium ego Petrus et fideiussores predicti presens scriptum sigillis nostris fecimus communiri. Et ego Florentius comes Hollandie sigillum meum presentibus duxi apponendum'; of Van den Bergh, OHZ, II, nr 368, d.d. 15 aug. 1278: "In or- konde desen brieve die wi (volgen de namen van vier schepenen van Dordrecht) beseghelt hebben met onsen seghelen. Ende wi here Hughe, here Woutere van Kruninghe, here Jan van der Maelstede, ridders, ende Boudin sheren Dankards sone omme dat dese vorscrevene vorworde vast blive ende ghestade, so hebben wi desen jeghenworden brief beseghelt met onsen seghelen. Ende wi Gherard van der Maelstede ende Clais van Barsdorp, want wi ghene seghele bi ons hadden, so houden wi ons an der vorseiden borghen seghele 15. Deze woorden zouden dan tussen 'perseveret' en 'presentem' zijn weggevallen. 16. Het in noot 14 hiervóór gegeven tweede voorbeeld lijkt hiermee in tegenspraak. De betreffende zegelaars zijn evenwel de auteurs van de rechtshandeling. 17. In een oorkonde die gezien het schrift uit het eerste kwart van de dertiende eeuw stamt, wordt het stadszegel van Middelburg aangekondigd (Kruisheer, OHZ, II, nr 451). De in afschrift overgele verde oorkonde van augustus 1247 (Kruisheer, OHZ, II, nr 716) is door schepenen bezegeld geweest. Uit de zegelaankondiging valt echter niet op te maken of dit college dan nog een collectief zegel voert of dat schepenen reeds persoonlijk zegels bezitten. Op 7 aug. 1277 voeren schepenen in ieder geval wel eigen zegels (zie Kruisheer, OHZ. II. nr 1794). 62

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1992 | | pagina 96