Dat Sint Pieter en Sint Paulus de tienden al eerder bezitten blijkt mede uit het feit dat de tiendgebieden van Sint Pieter en Sint Paulus niet precies samenvallen met het territoir van de moederparochies Noordmonster en Westmonster. Zo heeft het kapittel van Sint Pieter op Walcheren tiendrechten in diverse parochies binnen de moederparochie Westmonster, terwijl omgekeerd Sint Paulus tienden bezit in Schellach, midden in het tiendgebied van Sint Pieter.116 Bij de splitsing van de oude Sint-Maartensparochie is dus wel globaal, maar niet precies op de begrenzing van de tiendgebieden van Sint Pieter en Sint Paulus gelet. Ik weet dat, wat ik nu zeg, lijnrecht ingaat tegen de algemeen aanvaarde op vatting van Post, die in zijn dissertatie stelt dat in het bisdom Utrecht eigenkerk en tienden tot in de 12e eeuw een onscheidbaar geheel vormen."7 Aan de juist heid van deze stelling twijfel ik, en in ieder geval is zij onjuist waar het gaat om de onderlinge verhouding binnen de kerk van Utrecht, dus tussen de bisschop, de Utrechtse kapittels en de Sint-Paulusabdij.118 worden als Masemunster sive Munster, 'Maasmonster ofwel Monster' (Monster in het Westland). Vgl. P.A.Henderikx, 'Onecht of echt? De bevestigingsoorkonde van bisschop Bernold van 26 juni 1050 voor de Sint-Paulusabdij te Utrecht', in: J.B.Berns e.a. (red.), Feestbundel aangeboden aan prof dr.D.P.Blok ter gelegenheid van zijn 65ste verjaardag en zijn afscheid als hoogleraar in de ne derzettingsgeschiedenis in verband met de plaats naamkunde aan de Universiteit van Amsterdam (Hilversum 1990) 122-143, met name 138, bijlage 2, noot (c). 116. Mevrouw drs. C.J.C.Broer, die een dissertatie voorbereidt over het goederenbezit van de Sint- Paulusabdij was zo vriendelijk mij te wijzen op het tiendbezit van deze abdij in Schellach. Het kapit tel van Sint Pieter bezit in de vroege 14e eeuw in het gebied van Westmonster en dochterparochies tienden in de parochie Koudekerke en in het ambacht van de Haaiman ten zuidoosten van Middel burg, behorend tot de zogeheten Abdij- of Kloosterparochie, die in 1273 is afgesplitst van de West- monsterparochie. Zie hierna noot 125. In het oosten van Zuid-Beveland bezit Sint Pieter ook tienden in de parochie Wemeldinge, dat wil zeggen in het gebied waar patronaatsrechten en tienden voor het merendeel aan het kapittel van Oudmunster behoren. OSU, dl. 5, nr. 2972; ARA 's-Gravenhage, Ar chief graven van Holland, inv. Kort, inv. nr. 1649 (Register van verpachting door graaf Willem III van tienden in Zeeland, afkomstig van het kapittel van Sint Pieter) fol. 136vo-137. 117. Post, Eigenkerken, 50, 71-72, wijst erop dat tot ca. 1100 bij de omschrijving van een eigenkerk als bezitsobject de tienden niet afzonderlijk worden genoemd. Hij leidt hieruit af dat de tienden zo nauw met de kerk verbonden waren, dat ze niet apart vermeld behoefden te worden. Vanaf ca. 1100 worden de tienden wel afzonderlijk naast de kerk genoemd. Volgens Post, o.c., 71-72, komt door deze verandering van termen geen verandering in het feitelijk bezit van de kerkheer. 'Maar', zo meent hij, 'doordat men onderscheid maakte in het voorwerp van het recht, kwam ook gemakkelijk een splitsing in het recht zelf.' Het gevolg is volgens hem dat een feitelijke splitsing van kerk en tiend in de 12e eeuw hoe langer hoe meer voorkomt. O.c., 104, 109, 148-149. Post draait hier de zaak om. De verandering in terminologie ca. 1100 wijst er veeleer op dat kerk en tienden al in die tijd geen vanzelfsprekende eenheid meer vormen. Zie hierna ook p. 148-149 en de noten 146 en 147. 118. Dat reeds in de 11e en vroege 12e eeuw kerk en tienden van een parochie in verschillende han den kunnen zijn, daar waar de bisschop, de Utrechtse kapittels en de Sint-Paulusabdij als eigenkerk heren en tiendgerechtigden optreden, blijkt in diverse gevallen. In 1028 bevestigt keizer Koenraad II de abdij Hohorst (later de Sint-Paulusabdij te Utrecht) in haar goederen, Koch, Kruisheer, OHZ, dl 1, nr. 76, onder andere in de door bisschop Adelbold (1010-1026) geschonken tienden van Deventer, Oosterbeek, Eist, Velp, Zeist en Amersfoort, en van de hof van de abdij in Gietelo. De kerk van Deventer is voor de stichting van het kapittel aldaar door bisschop Bernold rond 1050 een bisschop pelijke eigenkerk. Koch, 'Die Anfange der Stadt Deventer'. De kerk van Eist is oorspronkelijk een eigenkerk van de bisschop en later van het Domkapittel. C.Dekker,'De vorming van aartsdiakonaten in het diocees Utrecht in de tweede helft van de 1 le en het eerste kwart van de 12e eeuw', Geogra fisch Tijdschrift, Nieuwe reeks 11 (1977) 339-360, m.n. 345. De kerk van Zeist is een bisschoppelijke eigenkerk. Dekker, Kromme Rijngebied, 311. Zie voor kerk en tienden te Amersfoort: OSU, dl. 2, nr. 560; dl. 3, nr. 1671; Dekker, o.c., 311-312. Overigens is het mogelijk dat een deel van de in de oor konde van 1028 genoemde tienden novale tienden zijn, dat wil zeggen tienden van nieuw ontgonnen land. Posts visie op de relatie tussen het bezit van kerk en tienden hangt onmiskenbaar mede samen 140

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1993 | | pagina 166