I Afb. 11. Teruggemetselde trompen. Tekening auteur. De grote stenen die voor de burcht werden gebakken, zijn dan mogelijk ook ge bruikt voor de bouw van de kerktoren. Een bouwtijd rond 1400 lijkt dan ook het meest waarschijnlijk. De laatste toren die op Zuid-Beveland is voltooid is die van Kloetinge. De rijke natuurstenen detaillering volgt die van de zogenaamde Brabantse gotiek en plaatst dit bouwwerk zonder twijfel in de tweede helft van de 15e eeuw. Ook de overhoekse steunberen vertonen overeenkomsten met de torens in Brabant en de Nederrijn-streek. Uit dezelfde tijd, maar veel soberder en onvoltooid, is de toren van 's-Heer Hendrikskinderen (afb. lp). Hier is geen natuursteen gebruikt, maar de overhoekse gereduceerde pinakels op de steunberen en de blindtraceringen in de torenhal wijzen op een bouwtijd in de 15e eeuw. Uit het voorgaande blijkt dat de meeste Bevelandse torens zijn gebouwd tussen ruwweg 1350 en 1450. Om aan te geven wie verantwoordelijk waren voor de bouw ervan, is het nodig een korte impressie te geven van de kerkelijke en poli tieke situatie op het eiland in genoemde periode. Tussen 1150 en 1250 zijn in heel Zeeland in de oude kernen van de eilanden een groot aantal parochies gesticht:i. Meer aandacht voor de zielzorg zal hierbij een rol hebben gespeeld". Het inwonersaantal nam Hink toe, zodat het afschei den van nieuwe parochies voor de hand lag. Dit is echter nog geen afdoende ver klaring voor het enorme aantal nieuwe parochies. Tegen het eind van de middel eeuwen telde Zuid-Beveland er zesenvijftig. Het is zeer onwaarschijnlijk dat het aantal inwoners van het eiland plotseling zo snel steeg, dat het nodig was pa rochiekerken neer te zetten op nauwelijks een kilometer van elkaar. Alleen in ste delijk gebied heeft een dergelijke hoge concentratie parochiekerken praktisch nut. Exacte cijfers zijn er niet, maar het is bekend dat veel Bevelandse dorpjes in de 15e eeuw niet veel meer dan honderd inwoners zullen hebben gehad. Voor beelden hiervan zijn Schore, 's-Heer Hendrikskinderen, 's-Heer Abtskerke en Baarsdorp23. 21Dekker, Zuid-B ex eland, 324 en volgend hoofdstuk. 22. Henderikx. "Dorpen in de Schelde-delta? 26-27Hier worden de mogelijke ontstaansredenen van de nieuwe parochies uitgebreid en overzichtelijk behandeld. 23. Dekker, Het Onze-Lieve-Vrouwekapittel, 56. 170

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1993 | | pagina 196