200m Afb. 10. Hulst. Gedeelte van het Verdronken land van Saeftinge met positie grafveld. Legenda: 1) Baken van De Marlemont, 2) Schelde hij laagwater, 3) blootgespoeld veenoppervlak, 4) zand. Naar een tekening van JBoom. Emmadorp. gankelijke gebied verkend; op 14 en 15 december werden opmetingen verricht. De ondergrond bestaat uit veen waaronder dekzand dat bij zeer laag water zicht baar is. Van het gedetailleerde verslag, dat werd opgesteld door R. Bleijenberg, J. Maeve en J. Boom, kan de volgende samenvatting worden gegeven. Acht west-oost georiënteerde graven waren duidelijk herkenbaar, één was dubieus. De hoofden van de doden bevonden zich allen in het westen. De graven lagen bin nen een oppervlak van ca. 500 m2 in de noordoostelijke hoek van een vrijge- spoelde en deels reeds geërodeerde veenlaag van ca. 6 ha direkt naast de vaar geul van de Schelde. In het veen werden naast enkele scherven van Pingsdorf- en kogelpotaardewerk geen bewoningssporen aangetroffen. Wel bevonden zich in het veen een aantal elkaar kruisende greppels. In een van deze greppels werd in 1989 een goed geconserveerd wagenwiel aangetroffen, waarvan alleen de as in dertijd werd meegenomen. Nadere inspectie van de graven leerde dat geen spo ren van zijkanten of bodems van kisten aanwezig waren, wel een soort deksels van verschillende houtsoorten. In een geval werden pen- en gatverbindingen waargenomen die er op wijzen dat dat deksel in ieder geval hergebruikt was. Het leek alsof de doden, gewikkeld in een mat van riet of stro. in een in het veen uit gegraven grafkuil waren neergelaten op drie of vier dwarsgelegde rondhouten en vervolgens waren afgedekt met een houten plank. Van de bij de ontdekking waargenomen holle boomstamdelen als deksel of kist was in december niets 195

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1993 | | pagina 221