Afb. 11. Hulst. Verdronken land van Saeftinge. Eén van de begravingen tijdens de
ontdekking.
meer te vinden, deze waren kennelijk al verspoeld. Uit een graf, aangeduid met
een sterretje in afb. 11werd een houtmonster meegenomen afkomstig van een
schot dat zich onder het blootgespoelde skelet bevond, terwijl eronder een
tweede dode begraven bleek te zijn. Ook hier konden geen zijkanten worden
vastgesteld, wel weer dwarsgelegde rondhouten. In geen van de graven werden
grafgiften aangetroffen. De opgetekende graven doen vermoeden dat mogelijk
nog meer graven op een dieper niveau aanwezig zijn of dat deze graven reeds
zijn verspoeld. De erosie is van dien aard dat de vindplaats binnen afzienbare tijd
in de Schelde zal zijn verdwenen.
Het meegenomen houtmonster werd te Amersfoort dendrochronologisch geda
teerd11. De uitslag luidde 1076 plus of min 6 jaar. Dit zou betekenen dat reeds in
de 11 e eeuw het veengebied ter plaatse in cultuur moet zijn gebracht. Historisch
onderzoek zal moeten uitwijzen of het grafveld in verband gebracht mag worden
met het iets zuidelijker gelegen, op middeleeuwse kaarten vermelde maar later
verdronken doip Weele.
Oostburg - Nieuwstraat
Op 28 oktober kon op het laatste moment een archeologische verkenning plaats
vinden tijdens de voorbereidingen voor de uitbreiding van het gemeentehuis van
Oostburg ten westen van de Nieuwstraat. Doel van het onderzoek was een van de
schaarse mogelijkheden voor bodemonderzoek te benutten voor een nadere
7. Determinatie E. Jansma en E. Spoor, dendrochronologisch laboratorium, Amersfoort (Stichting
RING).
196