derling verwante vriendenkringen, die zich konden handhaven in de plaatselijke
besturen door geheime afspraken of 'cabalen'. De zo regerende families verdeel
den door middel van deze 'contracten van correspondentie' (de eerste in Zierik-
zee werd in 1652 afgesloten) de 'profitabele en honorabele' regeringsambten, zo
als dat van baljuw, burgemeester, schepen, raad, thesaurier en stadssecretaris,
naast de pensionaris. Uit deze kringen werden ook de stedelijke afgevaardigden
naar de vergaderingen van de Staten van Zeeland en naar de Staten Generaal in
's-Gravenhage gekozen'.
Dit systeem gaf weliswaar een zekere stabiliteit en meestal ook een zeker in
tellectueel niveau, maar het had tevens het nadeel dat een bestuur werd samenge
steld uit een betrekkelijk kleine kring bevoorrechten, die zich min of meer af
sloot van de gewone burgerij. Om de macht zoveel mogelijk binnen eigen
gelederen te houden, kregen soms ook minder bekwame of geheel onbekwame
personen bestuurlijke taken toegeschoven. Bovendien ontstonden nogal eens
conflicten tussen de verschillende vriendschapsgroeperingen. Ook speelde vaak
louter winstbejag een rol in het verdelen van de stedelijke functies, waarbij de
meest lucratieve baantjes onder handbereik van een bepaalde groep bleven. Sta
tus verkreeg men niet alleen door tot de bestuurlijke elite te behoren; men moest
ook sociaal in de toplaag passen door een daarbij behorende sociale allure in kle
ding, huwelijk en woning.
Na de reformatie maakte het katholicisme plaats voor het calvinisme. In Zee
land werd in de zeventiende eeuw het strenge, maar tegelijk zachtmoedige pië
tisme met haar eigen specifieke geloofsbeleving en sobere levensstijl toonaange
vend. Hierbij bleef echter de tegenstelling tussen de voorname bestuursclan en de
gewone burgerij gehandhaafd. Een regelmatige kerkgang (twee- of driemaal per
zondag en naar de bid- en dankdagen) was vanzelfsprekend, evenals het intensief,
gebedsleven in het gezin en de verplichte zondagsrust. Ziekte werd doorgaans
gezien als een straf voor de zonden; genezing was genade.
In Middelburg fulmineerde een predikant als de uit Zierikzee afkomstige Wil
lem Teellinck tegen de rijkdom, overdaad en weelde en de daarmee verbonden
verderfelijke levensstijl van de elitaire bovenlaag. Hij en Godefridus Udemans
waren eerst verbonden aan de gemeenten in Haamstede en Burgh; Teellinck ver
trok later naar Middelburg, Udemans naar Zierikzee. Interessant lijkt dat zij in
hun vermanende geschriften en toespraken vaak een medische beeldspraak ge
bruikten, waarbij Christus als grote Heelmeester werd beschouwd en de zondige
staat waarin de mensen leefden als een toestand van ziekte werd gezien, waaruit
verlossing door Jezus als genezing werd beschreven. Menigeen zal uit eigen er
varing zich aangesproken hebben gevoeld en in het geloof zijn gesterkt door de
begrijpelijke beeldspraak2.
Maar niet iedereen voegde zich in die calvinistische regelmaat. Enkele vrij-
denkenden onder de intellectuelen - een kleine groep overgebleven katholieken,
verder de doopsgezinden, luthersen en remonstranten - onttrokken zich aan de
overheersende religie. Ook de in 1587 in Zierikzee opgerichte Waalse kerk ont
trok zich geleidelijk aan de parallel met de Nederduits-Gereformeerde kerk en
1. De Witte van Citters, Contracten van correspondentieDe Vos, Vroedschap XXIV, XXV; Van
Dijk en Roorda, 'Sociale mobiliteit'; Van Dijk en Roorda, 'Het patriciaat'; Frijhoff, 'Non satis digni
tatis'.
2. Van Lieburg, 'Zeeuwse piëtisten'.
3