rikzee terugkeren. De reglementering in 1672 was veel strakker en dwingender
dan eerder in de zeventiende eeuw. Kennelijk was dat gewenst in een maatschap
pij die meer en meer volgens strikte bepalingen werd geordend, waar de toleran
tie voor onwelvoegzaam en alternatief gedrag afnam, waar de onderlinge sociale
contacten aan steeds strengere regels werden onderworpen1' en waar misschien
door de dreiging van een buitenlandse (Franse) vijand de angst ontstond voor af
wijkende gedragingen, die aan banden gelegd moesten worden. Ook kan het
wegvallen van de acute pestdreiging sinds circa 1666 van betekenis zijn geweest,
terwijl bovendien in deze tijd sterk vernieuwende impulsen op chirurgisch en
verloskundig gebied vanuit Parijs zich ook in onze gewesten openbaarden.
Bij de gildevergaderingen en vooral op de jaardag op 27 september werd
meestal nogal wat drank verbruikt en van de gezelligheid werd uitbundig geno
ten. De emoties konden daarbij hoog oplopen, zowel positief als negatief. In
1672 vond men het nodig dit uitbundig gedrag in de gildebrief te reguleren:
In alle vergaderingen sal ijder gehouden sijn sigh selven heuslyck te dragen, nijet
qualijk spreeken, vloecken, dreygen, smijten of hem turbant thoonen ende bij
aldyen de saek buijten alle redelijkheijt gynck, sal van den overdeken, deken ende
ommegangers na meryte van saecken voor eenyge tijt buyten alle gilde vergade
ringen gehouden werden'0.
Bovendien werd nadrukkelijk verboden de overdeken, deken en ommegangers
van het gilde te belasteren.
Jacobus Smeur heeft op 28 september 1716 de grenzen van het toelaatbare
overschreden toen hij tijdens de feestelijke maaltijd op de gildedag zonder aan
leiding (althans volgens de stukken) Johannes de Vos een kaakslag toebracht,
waardoor die uit neus en mond bloedde. Het gilde legde hem een forse boete op
van 2.0.10, waarna de rust weerkeerde.
Strengere bepalingen
De bepalingen, zowel medisch-theoretisch, praktisch als sociaal, waren aanmer
kelijk strenger dan die van 1613. Al snel, op 20 april 1674, kwamen de leerjon
gens hiertegen in opstand. Zij weigerden nog op de winkels van hun bazen te ko
men en eisten dat de exameneisen van vóór 1672 weer werden ingevoerd.
Kennelijk was de nieuwe gildebrief geen uitvloeisel van in de praktijk toegeno
men exameneisen, maar samen met de nieuwe oriëntatie van de chirurgijns op de
anatomie, een poging de opleiding meer in een wetenschappelijk-chirurgische
richting te sturen. Het is dan ook niet zo vreemd dat de leerjongens, nu de split
sing tussen barbieren en chirurgie zo duidelijk tot uiting kwam. hiermee moeite
hadden. Voor 1672 lagen die verschillen niet zo duidelijk op tafel. Wie het eerste
deel van het chirurgijnsexamen had gedaan en mocht barbieren, kon altijd later
nog proberen het tweede deel te halen en daarmee volwaardig chirurgijn te wor
den. Nu moesten de leerjongens al in een vroeg stadium kiezen tussen alleen
maar barbieren of de gehele chirurgie beoefenen. In de notulen van de gildever
gaderingen is echter niets terug te vinden van het besluitvormingsproces en het
9. Foucault, Geschiedenis.
10. SAZ, Archief chirurgijnsgilde, Gildebrief 1672, artikel 38.
10