ring gaande, waar op lokaal gebied een klein graantje van mee werd gepikt. De ontwikkelingen in de tweede helft van de zeventiende eeuw onder andere op het gebied van de kennis van de bloedsomloop, en daarmee samenhangend de aan dacht voor een nauwkeurig anatomisch onderzoek en onderricht, werkten ook door in diverse kleinere provincieplaatsen, waar in de gasthuizen eveneens ana tomische theaters werden ingericht. Daar werd het spektakel van de anatomische les niet alleen voor de chirurgijns en hun leerlingen opgevoerd, maar tegen beta ling ook voor de elite van de stedelijke gemeenschap. Een dergelijke natuurwe tenschappelijke interesse was in de mode en daarvan profiteerden de chirurgijns gilden mee. Het blijft echter verbazingwekkend hoe de aderlating als medische handeling van de eerste keus in al de variaties die ze in de loop van vele eeuwen onderging, zich zolang, zelfs na Harvey en ondanks de Verlichting, heeft kunnen handhaven. Als de eenvoudigste verklaring kan misschien gelden, dat de pijnverzachtende en vaak koortsverminderende werking van een aderlating, naast een veronderstelde partiële bloedzuivering, deze ingreep als een routine-handeling heeft laten be staan. De door de gewoonte ontstane en zo min of meer traditioneel bepaalde toepassing kan ook de verrichting van soms herhaalde venae-secties bij onbegre pen stoornissen verklaren27. Tot in de achttiende eeuw werden ze doorgaans al leen verricht door de barbier-chirurgijns, op verzoek van een patiënt, of vaker nog op bevel van een medicinae doctor. Deze verhouding van meester tot knecht, van medicinae doctor tot chirurgijn, heeft zich pas gewijzigd toen in de loop van de achttiende eeuw een toenadering tot stand kwam tussen de doctores en chirur gijns. Misschien is mede de interesse van betekenis geweest die een aantal docto res ging tonen voor de praktische toepassing van de chirurgie en de verloskunde. In de negentiende eeuw is de aderlating minder veelvuldig toegepast, maar wel doelgerichter en zowel door chirurgijns als door doctores. Tevens kwam toen een tijd lang het gebruik van bloedzuigers in de mode. Pas in de negentiende eeuw is in Nederland de scheiding voltrokken tussen barbier en chirurgijn. Meestal gebeurde dit in de steden eerder dan op het platte land. In de naburige landen zien wij deze ontwikkeling al eerder: in Frankrijk omstreeks 1743 (daar werd in 1768 ook het oude gilde-examen afgeschaft); in Londen in 174528. Lector Anatomiae Een geheel nieuw element in de medische geschiedenis van Zierikzee in de acht tiende eeuw - een tweede mijlpaal - was de aanstelling van een lector anatomiae. Sedert 1673 gaf één van de stadsdoctores anatomielessen aan de chirurgijns en hun leerlingen in de anatomiekamer van het gasthuis. Met de toenemende be langstelling voor de anatomie beseft ook het stadsbestuur dat een goede en gron dige, verplichte, scholing nodig was, die niet aan de chirurgijns of een goedwil lende medicus overgelaten kon worden. Op 9 mei 1767 vergaderde het stadsbestuur over de aanstelling van een dergelijke lector. Het chirurgijnsgilde voelde zich aanvankelijk bedreigd en reageerde negatief. Het was bang dat de 27. Van Andel, 'Aderlating'; Van Hoorn, Levinus Lemnius, 263-265; King, Medical thinking. 28. King, Medical thinking. 24

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1993 | | pagina 50