fungeerde). Vier dagen na het besluit het pesthuis buiten de stad te brengen, ver scherpte de magistraat de verordeningen. Fase twee van het rampenplan trad in werking''4: er mocht geen onrijp fruit worden ingevoerd. In oktober volgden de volgende stappen: alle dode beesten die op de wegen rondom de stad werden aangetroffen moesten worden begraven; de oude verordening op het houden van hoenders, honden en varkens werd in werking gesteld en zodra het nieuwe pest huis gereed was, werden een pestmeester en een ziekentrooster daarin gehuisvest 'ten eynde de selve dies te beter haer buiten alle conversatie van andere men- schen' te houden. Uiteindelijk heeft ook dat jaar de pest niet zo erg toegeslagen in Zeeland. Ook nu weer was de situatie in Holland aanmerkelijk ernstiger. De angst was in Zeeland echter wel groot geweest en werkte nog jaren door, zodat handelsbelemmerende maatregelen tot 1657 duurden65. Apotheose Nog éénmaal kreeg de ziekte in de zeventiende eeuw Zeeland in zijn wurgende angstgreep. Tussen 1664 en 1668 golfde weer de angst en de dood door de pro vincie. De angst begon in 1664 toen steden als Amsterdam, Haarlem, Leiden en Utrecht zwaar te lijden hadden onder de gesel Gods. Om een zo groot mogelijke luchtverfrissing te hebben en een greep op de wanordelijke markten te houden, was in 1663 al besloten de kraampjes keurig in het gelid te plaatsen, rug aan rug, opdat de bezoekers en controleurs een brede baan hadden. Uiteraard was de han del in oude kleding het eerst verboden. Zierikzee was daarin veel voorzichtiger dan de andere Zeeuwse steden, die de economische belangen zwaarder lieten we gen en handelsbeperkende maatregelen langer uitstelden. Het stadsbestuur van Zierikzee was echter niet erg strikt. Want indien toch ergens wollen, baaien of saaien stoffen werden gevonden, verbrandde men die niet meteen, maar hield men die apart opgeslagen tot de ziekte voorbij zou zijn. De graanhandel bleef het langst toegestaan. De Staten van Zeeland lieten in januari en maart 1664 weten aan de regeringen van Spanje en Portugal dat wel Holland, maar niet Zeeland besmet was en dat men dus in alle gemoedsrust handel kon drijven met de Zeeuwse steden'16, zonder beperkende quarantainemaatregelen, die Spanje en Portugal gemakshalve voor alle Noordnederlandse havens hadden afgekondigd. De Staten van Zeeland had den hiertegen protest aangetekend, erop wijzend dat de ervaring leerde dat de pestlucht moeilijk doordrong in Zeeland, en als de ziekte eenmaal kwam, meestal niet zo kwaadaardig was67. Desalniettemin liet Frankrijk beide provincies onder het handelsverbod vallen, tot grote economische schade van Zeeland. Schepen uit de besmette Hollandse steden moesten in de Zeeuwse wateren op de rede blij ven liggen voor een veertig dagen durende quarantaine. Ook in augustus 1664 waren de Zierikzeeënaren bang dat de ziekte zijn weg onder de bevolking had gevonden. Op 6 augustus was een kind gestorven; de 64. SAZ, Notulen stadsbestuur 31-7-1655. 65. Het stadsbestuur van Hulst liet nog in 1657 geen schepen uit Dordrecht toe. Zie ook Fokker, Onderzoek89-90. SAZ, Notulen stadsbestuur Zierikzee 6-8-1657. 66. Fokker, Onderzoek90. 67. Notulen Staten van Zeeland1664. Dr. Levinus Lemnius had destijds een bijna gelijkluidende opvatting; Van Hoorn, Levinus Lemnius88, 232. 67

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1993 | | pagina 93