oog, tat n
iittmnsL
jcmui
Zittend op een vuilnishoop en overdekt met zweren (Job 2, 7-12) krijgt Job bezoek
van drie vrienden Elifaz, Bildad en Zofar. Zij zijn gekomen om hem te troosten maar
schrikken zichtbaar van de toestand waarin zij hem aantreffen. Naast Job staat zijn
vrouw, totaal zonder begrip of medegevoel, die, wijzend op hem, tegen de vrienden
schijnt te zeggen: 'Wat moet ik met deze dwaas aan?'.
Het gezelschap bevindt zich in de open lucht in een soort boomgaard. De achter
grond is echter niet als landschap uitgewerkt maar met een tegelmotief opgevuld.
Foto: LUB
iTtt'l-ji
Sfjctw
dij cftjp
cn"ömr
aetibcp
ciic
Afb. 9. Fol. 69v. Hooglied
74