Deze miniaturen zijn beide van de hand van de derde en minst interessante meester.
Zij lijken zoveel op elkaar, dat gezamenlijke bespreking geboden is.
In het midden zetelt op een troon koning Salomo, de veronderstelde auteur van zo
wel Spreuken als Prediker. Dergelijke miniaturen zijn onder te brengen in de catego
rie van zogenaamde auteursportretten aan de fantasie ontleend, zoals bijvoorbeeld
ook portretten van evangelisten en kerkvaders.
De koning verkondigt zijn wijsheid aan een staand dan wel zittend auditorium, om
hem heen geschaard. Het kunnen leden van zijn hofhouding zijn, maar ook zijn fami
lie; in de Spreuken richt hij het woord tot 'mijn zoon' of 'mijn zonen'. Alleen het ge
waad en de kroon van Salomo doen vorstelijk aan. De troonzaal, het houten podium
en de hele verdere entourage zijn uitermate sober, vooral bij Prediker; daar heeft de
zaal veel weg van een schuur met houten wanden en een houten dak. De miniaturist
is er niet in geslaagd iets van overtuigingskracht in de houding van Salomo te leggen.
Ook valt geen gespannen aandacht op de gezichten van zijn toehoorders te lezen.
Onder de miniatuur van Spreuken was een gehistorieerde initiaal geschilderd, die
niet mee gefotografeerd is. Volgens de veilingcatalogus betrof het 'une belle initiale
représentant un jeune moine en robe rouge'; vermoedelijk de zoon die in Spreuken 1
8 wordt toegesproken.
Foto's: LUB (naai' de veilingcatalogus van F. Muller, Catalogue)
Repr.: Catalogue
76