De stad Jeruzalem, omringd met sterke muren en torens, en verdedigd door gehelmde soldaten die over de tinnen uitzien, ligt aan dezelfde brede rivier met schepen als de stad op de voorgaande miniatuur, die dus ook Jeruzalem moet verbeelden. Merkwaar dig is dat dezelfde molenberg met anachronistische windmolen op beide miniaturen een plaats gekregen heeft. Het zwaar bewapende Romeinse leger trekt over een brug met twee bogen de stad binnen, waarvan de ondergang niet meer twijfelachtig is. Dit noodlot voltrok zich 70 na Christus onder de Romeinse veldheer Titus. De oude Christenen zagen daarin Gods wraak op de Joden voor de kruisiging van Christus. Fraaie florale motieven vormen de versiering van de initiaal waarmee het sombere verhaal begint: 'Als die Joden Jhesum onsen Heer gecruyst hadden ende hi verresen was ende ten hemele gevaren...'. Jacob van Maerlant heeft het als 'Wrake van Jeruza lem' in versvorm overgebracht in een uitvoerig vervolg op zijn bekende Rijmbijbel. Foto: LUB Repr.: Byvanck en Hoogewerff, La miniature hollandaise, II. pl. 114B Repr. alleen van de miniatuur: Byvanck, 'Noord-Nederlandsche miniaturen', 273, afb. 9, en 'Utrechtsche miniaturen', 112, afb. 37 83

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1994 | | pagina 109