bestuur. In 1747 werd hij tot burgemeester benoemd. Deze functie vervulde hij tot 1783 om de driejaar. Uit hoofde van dit ambt maakte hij deel uit van vele be langrijke commissies. Voorts was hij bewindhebber van de Verenigde Oost-Indi sche Compagnie en werd hij in 1761 door de Staten van Zeeland als uitvoerende van het stadhouderschap voor de toen minderjarige Willem V aangesteld tot ge committeerde namens de Eerste Edele van Zeeland in de Staten van Walcheren. Jacob van Citters was een liefhebber van kunsten en wetenschappen. Hij bezat een uitgebreide bibliotheek en belangrijke verzamelingen van schilderijen, por tretten, prenten en schelpen5. In 1737 trouwde hij met Anna Sara Boudaan 1718-1781). Het jonge paar ves tigde zich in de Cipierstraat [Sint Pieterstraat] in het huis naast de Sint Annagang''. Zij verhuisden in 1744 naar het huis De Ros Beyaart op de Haring plaats7. In deze woning werd op zondag 3 maart 1753 hun negende kind geboren. De dinsdag daaropvolgend werd de baby in de Nieuwe Kerk door dominee 's Gravensande gedoopt. Hij ontving de naam Jacob Verheye van Citters, naar zijn overgrootvader Jacob Verheye (1640-1718), raadpensionaris van Zeeland, in de hoop dat 'het God behaage zal dit kind in zijn gunst met zeege voor ziel en lighaam mag opgericht worden en de voetstappen van die vrome en deugzame man in alle opzigten mag navolgen 's. De jonge Verheye had tot peter Anthony Ockerse, burgemeester en raad van de stad Zierikzee, en tot meter diens dochter Jacoba Magdalena Ockerse. Deze zou later in het huwelijk treden met Johan Steengracht, raad en advocaat-fiscaal van de Admiraliteit van Zeeland. Bij Jacob Verheyes geboorte was van de acht andere kinderen slechts één dochter, Magdalena (1737-1807), in leven. Nadien werden nog minstens twee kinderen geboren, van wie alleen zoon Caspar Jacob (1754-1801) de luiers zou ontgroeien. Jeugd en opleiding Over de jeugd van Verheye is vrijwel niets bekend. Volgens De Wind 'genoot hij een opvoeding aan de achtbaarheid van zijn geslacht evenredig". Zo maakte het gezin Van Citters in 1760 met een jacht van de Verenigde Oost-Indische Com- 5. Onder de schilderijen bevonden zich werken van Breugel, Van Coorde, Van Dijck, Van Goyen, Hondecoeter, Honthorst, Rubens, Schouman en Savery. Rijksarchief in Utrecht (RAU), familiearchief (FA) Des Tombe 847. 6. RAU, FA Des Tombe, inv.nr. 841 7. Anna Sara Boudaan had dit pand voor een vierde deel verkregen uit de boedel van 'tante Evert- sen'; het resterende deel werd door Jacob van Citters van de andere erfgenamen gekocht. In 1792 erfde Jacob Verheye van Citters het huis uit de boedel van zijn vader. Na 1792 werd het bewoond door Caspar van Citters (overleden in 1802) en zijn vrouw Petronella Post (overleden in 1803). Blij kens de openbare verkoping in 1803 was het inmiddels bezit van Caspar. Het huis lag aan de oost zijde van de Haringplaats, hoek Spanjaardstraat. 8. RAU, FA Des Tombe, inv.nr. 841. In het navolgende zal Jacob Verheye van Citters Verheye wor den genoemd, aangezien hij met deze naam door zijn familie werd aangeduid. 9. S. de Wind, 'Mr. Jacob Verheye van Citters voornamelijk beschouwd als oudheidkundige'. Voor gelezen in het Zeeuwsch Genootschap den 2 maart 1825. Zeeuwse Bibliotheek (ZB), Handschriften verzameling Zeeuws Genootschap (Handschr.verz. ZG) 4293. De Wind was gedurende de twee laat ste levensjaren van Verheye met hem bevriend. Na diens dood raadpleegde hij nog wel eens, met toestemming van L. de Witte van Citters, de Zelandia Illustrata. De Wind bracht zelf ook in navol ging van Verheye een verzameling bijeen. In 1861 kocht het ZG een aantal kaarten en prenten uit de nalatenschap van De Wind. 111

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1994 | | pagina 137