schenke gaf. Zijn enorme kennis van zaken, gebaseerd op studie van literatuur en
archiefstukken, stelde hem in staat deze kaarten samen te stellen. Zelf beschikte
hij over een uitgebreide bibliotheek en over de door zijn voorouders bijeenge
brachte verzameling archiefstukken. Deze verzameling had hij nog uitgebreid,
o.a. met door hem zelf overgeschreven stukken die hij van anderen te leen had.
Sommige archiefstukken kwamen bij toeval in zijn bezit76. Zo liep hij eens, in
1810, langs het huis van de winkelier Van der Harst op de Groenmarkt. Hij vond
daar een mand met zes oude geschreven registers en nam ze mee. Bij navraag
bleken ze afkomstig van de zolders van de Rekenkamer van Zeeland. De Franse
oppassers hadden aan Van der Harst ca. 5.000 kilo oude geschriften als scheurpa
pier verkocht. Veel was al naar Antwerpen afgevoerd om tot grauw papier te
worden verwerkt. Verheye verkreeg van Van der Harst toestemming het reste
rende gedeelte nader te bekijken. Hij had hier nauwelijks tijd voor, omdat Ant
werpse kooplieden al bezig waren het papier af te voeren. Verheye vond tussen
de papieren, voornamelijk resoluties van de Staten-Generaal, nog enige stukken
van de Abdij van Middelburg, een minuut-advies van de Rekenkamer, tolboeken
van Yersekeroord, gedingboeken en vonnissen van deken en provisoren, en lias
sen van de Geestelijke Goederen. Enige van deze stukken had hij, na melding bij
de Prefectuur, mee naar huis genomen. In 1814 heeft Verheye de zes registers te
ruggegeven aan de Staten van Zeeland ten behoeve van het weer op orde te bren
gen archief van de Rekenkamer. Als dank werd hem vrije toegang tot de charters
en papieren betreffende Zeeland verleend77.
Ondanks Verheyes enorme kennis en de vele memories en verhandelingen die
hij schreef, heeft hij behalve zijn proefschrift en een Missive aan een heer in
Zeeland over de militaire jurisdictie binnen de provintie uit staatsresolutiën en
andere egte stukken opgemaakt niets gepubliceerd. Hij ging daarbij uit van de
stelling 'voor goede vrienden heb ik alles maar voor de drukpers niets over, de
critiec van Vaderl. Letteroefeningen etc. schrikt mij af'78. Daar kwam bij, dat
Zeeland altijd soeverein was geweest. De Franse Revolutie had hieraan een einde
gemaakt en dat 'heeft mij niet weynig getroffen en de meeste van mijn landgeno
ten denken er even eens over'. Als hij over vroegere tijden zou publiceren, zou
hij voor zijn 'medeburgers een opdisser worden van zaken welke zij, evenals
Tantalus geen genot zullen mogen hebben en door welke voorgesteld te zien
hunl. hartzeer te groote worden zal'79.
Na zijn dood zijn enige van zijn memories en verhandelingen in druk versche
nen80. Daarbij moet wel worden opgemerkt, dat Verheye, zoals vele historici uit
76. In 1785 waren uit het boedelhuis van Pijpers te Den Haag twee kisten met archiefstukken van
de familie Van Borssele van de Hooghe voor scheurpapier aan een suikerbakker verkocht. Verheye
heeft hiervan nog enige stukken weten te redden.
77. RAU, FA Des Tombe, inv.nr. 949.
78. ZB, Handschr.verz. ZG, nr. 220 (brief 3 mei 1803 aan H. van Wijn).
79. RAZ, Verz. Verh.v.Citt., inv.nr. 146 (brief 2 mei aan H. van Wijn).
80. -'De opkomst en aanwas van de Ambachtsheerlijkheid Poortvliet'.Nehalennia. Jaarboekje voor
Zeeuwsche geschiedenis en letteren, 2 (1850) 1-96.
-Tets aangaande het Wapen, de keizerlijke kroon boven hetzelve en de zegels der stad Middelburg'.
Archief ZG 1 (1856) 1-10
-'Memorie over de vroon-, leen-, hayman- en vrijlanden in Zeeland'. Archief ZG 2 (1865) 32-75
-'Memorie over de dijkagiën van Walcheren'. Archief ZG 2 (1865) 76-95
-'Memorie over de dijk- en waterpenningen'. Archief ZG 2 (1865) 96-100
-'Memorie over het regt van dijkvellingen'. Archief ZG 2 (1865) 101-134.
127