Afb. 2. Groepsfoto van onderwijzers en leerlingen van de openbare school te Nieuw en St. Joosland uit 1905. De tweede van links is C. Brakman. Zijn persoonlijkheid en verbondenheid met de natuur Brakman was niet sterk in sociale contacten. Voor een deel kan dat gelegen heb ben aan de 'beschaafde kringen' waarin hij door zijn opleiding en natuurstudies kwam te verkeren. Maar belangrijker is misschien dat hij zich soms een 'onaan gename gast' voelde: 'ik rook niet, drink alleen water, enz.'(31-3-30). En: 'Een voorstelling in een bioscoop, schouwburg, circus en meer van die uitspannings plaatsen is niets, maar dan ook helemaal niets, bij een reisje naar de Kamper- landse woestenij' (16-11-30). Schelpen zoeken op het Walcherse strand beviel hem het beste: 'Nu, 't moet ook wel wat vreemde vertoning zijn. om een man altijd te zien bukken en weer voortstappen en weer bukken van Domburg tot Westkapelle. Maar tot eere van de menschen daar, moet ik zeggen, dat ze me absoluut niet "moeien". Een korte groet en verder geen belangstelling. In Zeeuws Vlaanderen is dat anders. Daar is men lichtelijk nieuwsgierig, en minder gereserveerd. Het maakt wel eens den in druk, alsof de Vlamingen daar meer begaafd zijn dan de Walcherse boerenmen- schen, maar dat kan ook wel verbeelding zijn. Wel zijn ze anders' (6-2-30). Brakman voelde zich ook niet 'de goede persoon' om in het polderland de stu die van de zoetwater- en landslakken op te nemen. 'Dan moet men de vrijmoe digheid hebben om met een lachend gezicht in ieders tuin en ieders bosch en boomgaard door te dringen. Geen vijver of sloot moet veilig zijn voor een goed slakkenjager en kijk, dat kan ik niet. Als ik een enkele maal eens vrijpostig ben en de mensen kijken me zwart aan, dan kan ik niet meer werken, dan paralyseert me hun onvriendelijkheid en doe ik mijn werk slecht. Daar heb ik natuurlijk op 149

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1994 | | pagina 175