ren, zoodat bij ons de sluis dag-en-nacht werkt! Een ideale toestand! Betalen
doen we daar heel weinig voor. Wel stroomt ons water vroolijk over de Walche-
rense weiden tusschen Souburg, Ritthem en Nieuwland! Een tweede
(stoom(gemaal voor Oost-Walcheren is de eenige oplossing, die mettertijd
moet en zal komen, als de toestanden zich normaal ontwikkelen. Maar voor-
loopig is daar nog wel geen denken aan. Merkwaardig is de stille lijdzaamheid,
waarmee men in Oost-W. de zaak draagt!' (14-11-30). Na een herhaling van de
stortbuien nog in hetzelfde jaar maakt hij aantekeningen over de niveauverschil
len van het hobbelige Walcherse platteland en veronderstelt dat de oneffenheden
rond Middelburg verklaard zouden kunnen worden uit de winning van klei voor
de fabricage van baksteen.
Natuurwetenschappelijke interesses
We zullen nu Brakmans grote belangstelling en liefde voor de natuur aan een na
dere analyse onderwerpen. Omdat zijn belangstelling voor planten en dieren ei
genlijk alles omvatte, heeft hij zich met veel organismengroepen beziggehouden.
De beperktheid van de beschikbare tijd noopte hem echter gedurende zijn gehele
werkzame leven keuzes te maken. En dat viel hem soms erg zwaar. In het begin
van de correspondentie vertrouwde hij Van der Feen toe, dat hij zich eigenlijk
meer tot de planten dan tot de schelpen aangetrokken voelde. Het zal ook wel
zijn 'eerste liefde' zijn geweest, want op 25-4-28 schrijft hij: 'Vroeger heb ik
veel planten op Walcheren gedetermineerd. Dat was hier in Nieuwland zoo wat
in de mode, toen ik hier in 1897 kwam. Nawerking van den invloed van Dr. A.
Walraven, die hier in 1895 is overleden.' Hoe iemand zo aanstekelijk floristisch
onderzoek op zijn dorpsgenoten kon overdragen!
Het door enkele floristen ontworpen systeem om in op kaarten aangegeven
vierkanten van een uur gaans de verspreiding van alle plantesoorten te inventari
seren (het zg. IVON-systeem), was hem echter te veel van het goede, maar de
vindplaatsen van zeldzame soorten en soorten op bijzondere standplaatsen gaf hij
graag aan Van der Feen door. Daarvoor had hij ook contact met de biologie-le-
raar J.G. Sloff uit Bergen op Zoom, een van de opstellers van het IVON-systeem.
Later, in zijn brief van 5-3-30, hoopt hij dat de studie van de grassen er niet bij in
zal schieten, maar 'als ik door gebrek aan tijd moet kiezen tusschen grassen en
schelpen, kies ik schelpen.' In 26-5-30 schrijft hij dat de grassen en wieren inder
daad op het 2e en 3e programma komen. Gelukkig voor hem heeft zijn zoon Piet
(P.J. Brakman) besloten zich aan de planten te wijden. Enkele keren wijst Brak
man Van der Feen er op (vadertrots) dat Piet in het verzamelen en determineren
van wilde planten goed vordert. Voor het determineren van de planten maakt
Brakman sr. onder meer dankbaar gebruik van door Van der Feen aan hem uitge
leende delen van Hegi, Flora von Mittel-Europa.
Aparte vermelding verdienen zijn pogingen om de verspreiding van bepaalde
wilde plantesoorten door uitzaaien of het planten van stekken te bevorderen. Op
7-9-28 doet hij aan Van der Feen een voorstel in die richting. Duindoorn (Hip-
pophae rhamnoides) heeft in hoge mate het vermogen duinzand vast te leggen en
Brakman vraagt Van der Feen of we door het ter plekke uitzaaien dan wel door
het uitplanten van jonge gekweekte plantjes deze eigenschap niet kunnen benut
ten ter bescherming van onze duinen. Een andere kwestie is dat Brakman door
156