Afb. 7. Vervoer van schelpen te Domburg. Prentbriefkaart ca. 1900. Collega 's en concurrenten Was Brakman op leermeesters uit, voor collega's in de provincie was hij wat hui verig. Het liefst hield hij ze op een afstand, omdat hij anders voor zijn gevoel ge makkelijk in een concurrentiepositie terecht zou kunnen komen. Grofweg waren er twee categorieën: de serieuze schelpenverzamelaars en de schelpenhandelaren. Onder beide groepen konden zich mannen ophouden die door Brakman af te schrikken hem van het schelpen rapen wilden afhouden. Zo vermeldt hij dat hij iemand ontmoette, die hem insinuerende vragen stelde met het doel hem 'te ont stemmen en te verwarren. De zegsman is een van mijn positieve, maar oliezoet- lieve tegenstanders' (7-1-30). Tot de gerenommeerde schelpenhandelaren behoorden de gebroeders Van 't Westeinde in Borsele: 'Zaterdag laatstleden ben ik naar "den Kaloot" geweest. Ik heb daar concurrenten! Geen enkele groote schelp van belang. Die worden daar door anderen geraapt, vermoedelijk o.a. door één der gebroeders Van 't Weste[i]nde, die daar in de buurt rentenieren en iedere dag op het terrein komen' (12-3-30). Maar toch houdt hij regelmatig contact met de beide heren en komt het soms tot uitwisseling of verkoop van schelpen, zoals op 2 januari 1933, toen hij van hen voor het museum een buitengewoon groot exemplaar van een fossiele purperslak, Purpura tetragona J. Sowerby, meekreeg. Ook op het strand tussen Domburg en Westkapelle ervaart hij heftige concur rentie door een zekere De Priester te Middelburg: 'Hij geeft tegenwoordig bood schapjes mee aan mij door middel van Westkappelaars, als afstraffing, omdat ik er niet veel voor gevoelde om met hem samen te werken. Maar dat was zijn ei- 167

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1994 | | pagina 193