roem over de Zierikzeese genealoog. Het door middel van uittreksels verzamelde materiaal werkte hij aanvankelijk uit in een register in folioformaat. Deze werkwijze kon echter niet bevredigen. Daarom ging hij ertoe over de uitgewerkte stambomen, de klad-aantekeningen en de correspondentie per familie in omslagen te bergen. Hij maakte daarin een tweedeling. De genealogische aantekeningen van de Zierikzeese patriciërsfami lies borg hij afzonderlijk van de overige omslagen. Het geheel omvatte drie grote dozen: één voor de patriciërsgeslachten en twee voor de overige families. Na zijn aanstelling als gemeentearchivaris kreeg De Vos meer mogelijkheden voor zijn genealogisch onderzoek. Met grote regelmaat liet hij zich archivalia uit het Rijksarchief in Middelburg toezenden. Dankzij de portvrijdom waren er geen belemmeringen. Die waren er alleen wanneer De Vos' wensen moeilijk te vervul len waren. Het betrof dan meestal de omvang en het feit dat De Vos stukken wilde inzien uit het nog onvoldoende toegankelijk gemaakte archief van de Zeeuwse Rekenkamer. De vroedschap van Zierikzee RD. de Vos heeft de kroon op zijn werk gezet door de publikatie van De vroed schap van Zierikzee van de tweede helft der 16de eeuw tot 1795, dat in afleverin gen verscheen bij G.W. den Boer in Middelburg in de jaren 1928-1931. Reeds in 1905 had De Vos een eerste versie van dit werk, waarin alle leden van de stede lijke raad werden behandeld, gereed. Na zijn benoeming als gemeentearchivaris vatte hij de draad weer op. Hij corrigeerde de eerste versie op tal van punten en gaf aan het geheel een forse uitbreiding door het opnemen van stamreeksen en genealogieën, andere functies, woonhuizen en 'aanteekeningen'. Vooral door middel van de laatste categorie wordt veel achtergrondinformatie geboden. De talrijke vaak anekdotisch getinte bijzonderheden geven het boek een eigen charme16. Voor zijn werk over de Zierikzeese vroedschap raadpleegde De Vos een groot deel van de Zeeuwse doop-, trouw- en begraafboeken, die van de gemeenten wa ren overgebracht naar het Rijksarchief. Na die van Schouwen-Duiveland nam hij ook het overgrote deel van de registers van de gemeenten op Tholen en Noord- Beveland door. Zelfs registers uit Zeeuwsch-Vlaanderen liet hij naar Zierikzee komen. De eerder doorgewerkte registers nam hij opnieuw door en noteerde, wanneer het veel aanvullingen betrof, nieuwe vondsten als 'nalezing'. Wanneer daartoe aanleiding was, raadpleegde hij ook de rechterlijke en weeskamerarchie ven van plaatsen buiten Zierikzee. Hij beperkte zich daarbij in hoofdzaak tot de len en banden. Met De Vos' Vroedschap van Zierikzee werd de basis gelegd voor het prosopo- grafisch onderzoek. De prosopografie is een werkwijze, die begint met het verza melen van gegevens over bepaalde personen, in dit geval de leden van de Zierik- 16. W.H. Keikes en H.Uil, a.w. Hierin wordt onder meer de totstandkoming en de uitgave van De vroedschap van Zierikzee belicht. De opmerking van P.J. Meertens, a.w., p. 418, dat alleen de sterke aandrang van anderen De Vos hadden kunnen overhalen om het werk te laten drukken, behoeft her ziening. In 1922 schreef De Vos aan rijksarchivaris Meerkamp van Embden onder meer over zijn ma nuscript: 'welk werk ik trachten wil uit te geven SAZ, Archief Gemeentearchivaris van Zierikzee, Correspondentie 1922. 197

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1994 | | pagina 223