Afb. 7. J.A. Hubregtse en J.M. de Nooyer speuren met de 'prikstokvoorloper van de
metaaldetectornaar voorwerpen in oude woonniveaus; dal B oost. Foto Vriesen-
dorp 18-12-1938).
ontsloten, zou men kunnen overwegen delen ervan met uitvoerige annotaties en
illustraties uit te geven, na verwijdering uiteraard van overbodige zaken, zoals de
vele herhalingen die Hubregtse eigen waren en met weglating van al te zeer ach
terhaalde feiten.
Een eventuele bewerking van de collectie Hubregtse zal aanmerkelijk aan
waarde winnen als niet alleen de correspondentie en aantekeningen van Hu
bregtse zelf worden bestudeerd, maar ook brieven en notities over hem onder de
aandacht worden gebracht. Zo bevatten bijvoorbeeld de briefwisselingen van P.J.
van der Feen met M.G.A. de Man en J.M. de Nooyer veel aanvullende gege
vens16. In het archief van het Rijksmuseum van Oudheden te Leiden, het Biolo
gisch Archeologisch Instituut te Groningen en veel andere wetenschappelijke in
stellingen in Nederland en België zijn stellig nog heel wat brieven aanwezig die
Hubregtse heeft geschreven, en rapporteringen over bezoeken aan hem. Hu
bregtse had regelmatig contact met een scheikundige uit Groningen, J. Hudig17,
die in Westenschouwen een vakantiewoning bezat. Ze verkenden beiden dikwijls
de duingebieden en het strand. Van Hudig is een fraaie collectie foto's van om
streeks 1927 afkomstig, waarop overblijfselen van oude cultuurlagen zijn te zien.
Hudig uitte in een brief van 20 september 1933 wel enige kritiek op de werk
wijze van Hubregtse18. Naar aanleiding van vergelijkbare onderzoekingen in Bel-
16. RAZ, AKZGW, correspondentie M.G.A. de Man - P.J. van der Feen, 1913-1940; idem, J.M. de
Nooyer - P.J. van der Feen, 1926 -1963.
17. RAZ, AKZGW, correspondentie J.A. Hubregtse - P.J. van der Feen, 6-12-1926; J. Hudig was
als scheikundige verbonden aan het Rijkslandbouwinstituut te Groningen, afdeling zand- en veencul-
tures.
18. RAZ, AKZGW, correspondentie J. Hudig - J.A. Hubregtse, 20-9-1933.
213