Afb. 11. Vondsten uit de 'Germaanse' afvalhoop: scherven en spinstenen van aarde
werk en een fragment van een molensteen; dal 1 noord. Foto J. Hudig, 1928,
AKZGWen PDB, Middelburg).
1922 de vliedberg van Duivendijke bezocht, determineerde de gevonden scherf
als 'zeer zeldzame laat-Romeinsche groengeglazuurde waar'25. Het betreft echter
een fragmentje van 'spaarzaam geglazuurd aardewerk' uit de 11 de-12de eeuw.
Hubregtse vond voorts Romeins aardewerk in Brabers, bij Haamstede. Het is
jammer dat hij het niet heeft mogen beleven dat ter plekke in 1956-1957 opgra
vingen zijn verricht waarbij nederzettingen uit de Late Steentijd en de Romeinse
tijd aan het daglicht zijn gekomen26.
In de tijd tussen 1911 en 1940 bouwde Hubregtse een indrukwekkende mun
tenverzameling op. Zo bracht hij uit het kustgebied van Schouwen meer dan hon
derd Romeinse munten bijeen. De numismate M.G.A. de Man besteedde veel tijd
aan de beschrijving van de munten (helaas zijn haar gegevens zoekgeraakt op het
Kabinet voor Munten en Penningen in Den Haag (nu gevestigd te Leiden). J.S.
Boersma (1967) stelde een lijst samen van de Schouwse munten uit de Romeinse
tijd en vergeleek deze met die van Domburgse munten. Er blijkt een grote over
eenkomst in samenstelling te bestaan. De meerderheid van de munten stamt uit
de periode tussen 54-273. Evenals te Domburg zijn in Schouwen slechts enkele
munten gevonden die uit de vierde eeuw dateren.
25. J.A.Hubregtse, 'De vluchtberg te Duivendijke', in: OMROL, N.R. 10, 1929, 68-69.
26. J.A. Trimpe Burger (1977, 1993).
219