beenderen van huisdieren en wild'0. Wat het wild betreft merkt Hubregtse op dat hij in de Frankische en oudere nederzettingen tussen de dierebeenderen nooit botjes van konijnen had gevonden, hetgeen - in negatieve zin - een juiste waarne ming was". LATERE TIJDEN. 1400 - 1940. Tot het jaar van zijn overlijden heeft Flubregtse al les verzameld wat hem van historisch belang leek. Veel is afkomstig uit de uitge- stoven duindalen. De munten, sieraden, aardewerk en gebruiksvoorwerpen van been en metaal geven een goed idee van menselijke activiteiten in de uitgestrekte duingebieden van Westenschouwen en werpen een licht op de perioden van sta biliteit en verstuivingen. De voorwerpen uit 'latere tijden' zijn wel geordend en geïnventariseerd, maar wachten nog op een definitieve beschrijving en datering, waarna publikatie zou kunnen volgen. Hubregtse heeft zijn verzameling bijtijds aangelegd, want gedurende de oorlogsjaren 1940-1945 was het grote duincom plex ten zuiden van de Haamsteedse vuurtoren streng verboden terrein (Sperrge- biet). Ook na de oorlog was het terrein lange tijd te gevaarlijk om te betreden door het vele oorlogstuig, onder andere landmijnen, dat er was achtergebleven. J.M. de Nooyer (1961-1962) en anderen bezochten in latere jaren de duingebie den opnieuw, maar stelden vast dat veel oude vindplaatsen inmiddels waren overstoven en begroeid. Conclusie In het bovenstaande is een indruk gegeven van Hubregtses 'leven en werken' in de vorm van enkele aantekeningen bij zijn legaat aan het Zeeuws Genootschap. Het is niet uitvoerbaar in een kort tijdsbestek een diepgaande studie te verrichten naar de verzamelingen van Hubregtse. De bewerking van zijn nalatenschap en eerder gedane schenkingen vraagt op verscheidene gebieden veel specialisatie en is - wil het perfect gebeuren - slechts in teamverband te volbrengen. 30. RAZ, AKZGW, correspondentie P.J. van der Feen - J.A. Hubregtse, 4-4-1932; vermelding van vondst doorboorde hoektand van de bruine beer ('Germaansch'). 31. RAZ. AKZGW. idem, 6-12-1926; konijnen zouden door de kruisvaarders hierheen gebracht zijn; aantekening RJ. van der Feen: "vgl. Brehm 11. 1914, 25'. 222

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1994 | | pagina 248