ARCHEOLOGISCHE KRONIEK VAN ZEELAND OVER 1993
R.M. van Heeringen
Inleiding
De opzet van de kroniek, die sinds 1988 in het Archief verschijnt, heeft in verge
lijking met afgelopen jaren een kleine wijziging ondergaan. Alleen de belangrijk
ste vindplaatsen worden nu besproken. Een volledig overzicht is opgenomen in
het Jaarverslag van de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek
(ROB) 1993 en een verkorte versie in Nehalennia. Bulletin van de Werkgroep
Historie en Archeologie van het Koninklijk Zeeuwsch Genootschap der Weten
schappen, herfst 1994. De archeologische vindplaatsen staan alfabetisch gerang
schikt onder gemeentenaam en zijn aangegeven op afbeelding 1. Dit jaar konden
wederom twee korte bijdragen van de hand van een ander dan de provinciaal ar
cheoloog worden opgenomen. De eerste handelt over een fragment van een am
foor uit de Romeinse Tijd en is geschreven door J.H. van der Werff uit Amers
foort en het tweede gaat over een bijzonder, vermoedelijk uit Italië afkomstig
flesje uit de Late Middeleeuwen door J.F.R Kottinan (glas-specialist ROB). Tus
sen haakjes staat de archeologische periode waarop de vondst betrekking heeft.
Daarbij staat P voor Prehistorie, R voor Romeinse Tijd, VM voor Vroege en
Hoge Middeleeuwen (tot 1200) en LM voor Late Middeleeuwen.
Prehistorie
Domburg - strand Westhove (afb. 2)
Begin maart schonk G.C. Sala uit Grijpskerke een zeer grote en rijk gevarieerde
collectie Ijzertijd-aardewerk aan het Provinciaal Depot voor Bodemvondsten
(PDB) te Middelburg. Het materiaal was door hem in 1974 opgegraven op het
strand van Domburg ter hoogte van Westhove. Het betreft dezelfde vindplaats als
die welke in een eerdere jaargang van het Archief is besproken'. Bijzonder is het
voorkomen van tien grote randfragmenten van zogenaamd 'zoutaardewerk'. Het
betreft organisch verschraald, zachtgebakken aardewerk met een wanddikte van
maximaal 22 mm. De randdiameter van de containers bedraagt steeds ca. 18 cm.
Het oppervlak is ruw versierd met strepen.
Hulst - Nieuw-Namen-Kauterstraat 9
Van 22 tot 24 maart vond op instigatie van R. Bleijenberg, beheerder van de geo
logische groeve van Nieuw-Namen en J. Boom, Koninklijke Nederlandse Na
tuurhistorische Vereniging, afd. Zeeuws-Vlaanderen, een opgraving plaats op een
perceel grond achter Kauterstraat 9 te Nieuw-Namen. Het onderzoek werd uitge
voerd vanuit het Provinciaal Depot in Middelburg. Leden van de Heemkundige
Kring 'De Vier Ambachten' en de Archeologische Werkgemeenschap voor Ne
derland (AWN), afdeling Zeeland, verleenden assistentie bij het graafwerk. De
1. Van Heeringen, 'De bewoning in de Ijzertijd', 12; vindplaats 5, vondstconcentratie 3.
225