datering van het materiaal loopt op het eerste gezicht uiteen van Jong-Paleoli- thisch tot Neolithisch. Zierikzee - de Roompot (afb. 3) Door R. Rijken uit Middelburg werd in april 1993 in een hoop schelpen in Yer- seke een bijl, gemaakt van gewei gevonden. De vondst werd gemeld en bij de ROB ter bestudering aangeboden door de neef van de vinder, J. de Kuyper uit Middelburg. De bijl is waarschijnlijk tezamen met de mosselen opgevist van een oude woongrond op de plaats waar nu de geul "de Roompot" in de Oosterschelde ligt. Dr R.C.G.M. Lauwerier (ROB) heeft het voorwerp nader bestudeerd'. Het artefact blijkt vervaardigd uit een van de enden van het gaffelvormige gewei van een eland. De lengte is 13,8 cm, de grootste breedte 5,9 cm en de snede ongeveer 2,2 cm breed en 3,8 cm lang. Aan het brede uiteinde zijn, zowel aan de boven kant als de onderkant, enkele duidelijke haksporen zichtbaar. Het snijvlak en de punt zijn zwaar gepolijst. Hetzelfde geldt voor de minst gekromde zijde en de hoek aan het brede uiteinde van de meest gekromde zijde. De boven- en onder kant zijn licht gepolijst. Parallel aan de snede is een min of meer vierkant steel- gat aangebracht van ongeveer 22 bij 22 mm. In het gat zijn, loodrecht door de stang lopende, rechte sporen waar te nemen. Omdat de polijsting duidelijk zichtbaar is over de hele lengte van de bijl is het uitgesloten dat de bijl gebruikt is voor de bewerking van redelijk hard materiaal. In dat geval was slechts de punt gepolijst geraakt. Meer voor de hand liggend is dat het werktuig bijvoorbeeld werd gebruikt bij de bewerking van de bodem. De bijl zal daarbij voortdurend geheel in de zachte bodem geslagen worden waarbij de grond de bijl over het gehele oppervlak polijst. Over het algemeen hebben basisbijlen een cylindrisch schachtgat. De bijl uit de Roompot met het rechthoekige gat is een uitzondering. De vorm is zeer lange tijd in gebruik geweest. Meestal worden de betreffende bijlen gedateerd in het Meso- lithicum of Neolithicum, een enkele maal in Bronstijd of Ijzertijd. Omdat de hak- en zaagsporen zeer waarschijnlijk met een metalen voorwerp zijn gemaakt, dateert de bijl uit de Roompot waarschijnlijk uit de Brons- of Ijzertijd. Zierikzee - Colijnsplaat (afb. 4) In augustus werd door J. Valster uit Hoek in het westelijk deel van de Ooster schelde ter hoogte van Colijnsplaat een geweibijl opgedoken. In het steelgat be vonden zich nog houtresten. De vinder heeft de vondst geschonken aan het Ge nootschap onder voorwaarde dat het artefact in een Zeeuws Museum wordt tentoongesteld (inv.nr. GV 1993-63). De bijl werd door bemiddeling van J.M. Moraal, conservator fossiele botten van het Genootschap, voor nader onderzoek aangeboden aan de ROB. De basisbijl is gemaakt van de onderkant van een 5,6 x 4,2 cm dikke afgeworpen geweistang een edelhert4. De lengte is 22,5 cm. Het iets ovale steelgat (2,4 x 2,7 cm) staat onder een hoek van 75" op de stang. Ook de eenzijdig afgeschuinde snede (9 cm lang) maakt een hoek (10°) met het vlak dat gevormd wordt door de steel en de bijl. Van de steel is alleen in het steelgat een restant achtergebleven. 3. Lauwerier, 'Een geweibijl'. 4. Determinatie dr. R.C.G.M. Lauwerier. ROB. 228

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1994 | | pagina 254