Afb. 7. Aardenburg-Heille. Luchtfoto cropmarks van vermoedelijk een mottekasteel met vierkante voorburcht. Foto J. Semeij, Evergem, België. ging en opbouw van de wal van de burcht van Domburg kon worden bestudeerd15. Drie bodemprofielen in de 14 x 18 m grote bouwput konden wor den opgemeten. De profielopbouw vertoonde een grote overeenkomst met die van het profiel dat op ca. 25 meter afstand van de huidige bouwput in 1986 werd opgenomen bij het eerste proefonderzoek op het terrein16. Met dien verstande dat in de drie profielen van dit jaar de binnenzijde van de wal kon worden opgete kend. De voet van de wal bevond zich op ca. 2,10 m +NAP. Dit oude maaiveld komt goed overeen met de waarnemingen in 1987, maar is aanmerkelijk hoger dan dat op de meer oostelijk en zuidelijk gelegen waarnemingspunten in 1991 en 1992 (resp. Badhotel, Duinenburg en Schuitvlotstraat). Het terrein liep dus af in oostelijke en zuidelijke richting. Het verval over het binnenterrein van de burcht ligt in de orde van grootte van 1,5 nt. Gezien de opbouw van het lagenpakket on der het toenmalige burchtmaaiveld dat afwisselend bestaat uit veen en zandlagen, moet het binnenterrein van de burcht in de 9e eeuw zeer drassig zijn geweest. Kwelwater uit het duingebied zal zeker voor problemen hebben gezorgd. De aan wezigheid van de in 1991 waargenomen goot is in dit licht gezien dan ook niet verwonderlijk. Het wallichaam kon steeds tot ca. 3 m +NAP worden vervolgd. Op dit niveau was de wal genivelleerd en afgedekt met bewoningslagen van waaruit verschil- 15. Zie voorgaande kronieken. De medewerking van de uitvoerder was bedroevend. Grote dank is derhalve verschuldigd aan A. Meeuwse van de gemeente Domburg voor zijn grote persoonlijke be trokkenheid en inzet. 16. Zie Jaarverslag ROB, 1986, 83, afb. l,nr. 1. 233

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1994 | | pagina 259