Aftb. 8. Hulst-Verdronken Land van Saeftinge. Aardewerk. Sclutal 1:4. lende kuilen tot onder de wal reikten. Op grond van het spaarzame aardewerk uit het laatstgenoemde niveau, enkele scherven pingsdorf- en kogelpotaardewerk, kan hieraan een datering in de 11 e-12e eeuw worden gegeven. De binnenvoet van de wal vertoonde steeds over een breedte van ca. 1 m een zeer regelmatige opbouw van zandplaggen tot 40 cm hoogte waarna een ophoging van kleiplag- gen volgde. Het inwendige van de wal had een veel onregelmatiger plaggenstruc- tuur. De buitenzijde werd in de bouwput helaas nergens bereikt. Hulst - Verdronken Land van Saeftinge (afb. 8) Door R. Bleijenberg en J. Maebe werden drie houtmonsters genomen van even- zovele kistbegravingen van het grafveldje dat vorig jaar aan de rand van het Ver dronken Land van Saeftinge werd ontdekt. Een van de monsters betrof eikenhout en leverde een dendrochronologisch datering op van 1076 6 na Chr.17 Tijdens een excursie naar het grafveld onder leiding van R. Bleijenberg van de Stichting Mother Sea, een jongerenclub met belangstelling voor 'onderwaterarcheologie', werd op 20 september door Jet Hoed een nieuw graf ontdekt18. In verband met voortschrijdende erosie door het Scheldewater werd besloten het graf te bergen. Het betrof het graf van een ca. 30-jarige man met een lichaamslengte van 1,70 m. Ook dit graf bestond uit een in het veen uitgegraven rechthoekige kuil waarin de dode was bijgezet. Het graf was afgesloten door middel van een eikenhouten plank. Een l4C-meting leverde een absolute ouderdom van het skelet op. Bij een standaardafwijking van 1 sigma ligt dit tussen 974 en 1014 n. Chr.19 De hogere ouderdom in vergelijking met de eerder genoemde dendro-datering kan veroor zaakt zijn door het zogenaamde reservoir-effect, dat optreedt bij mensen die in hun leven veel vis hebben gegeten2". Het in de nabijheid van het grafveldje verza melde aardewerk bestond uit drie rand- en 24 wandfragmenten grijs aardewerk (afb. 8. 2-4), twee rand- en drie wandfragmenten Andenne-aardewerk (afb. 8, 1) en een bodem- en twee wandfragmenten Pingsdorfaardewerk. 17. Bogaert, 'Middeleeuws grafveld': Van Heeringen. 'Archeologische kroniek over 1992'. 194- 196. 18. Bleijenberg.'Verslag'. 19. De datering is uitgevoerd door dr. J. van der Plicht, Centrum voor Isotopen Onderzoek, Gronin gen. De uitkomst was 1065 30 BP (GrN-20 290). 20. Dit effect is ondermeer vastgesteld bij twee graven van Holland. Floris IV en Floris V (gestor ven in resp. 1234 en 1296) en Thidbald van Vlaardingen (gestorven ca. 1160). Met dank aan drs. J.N. Lanting. vakgroep Archeologie Rijksuniversiteit Groningen, voor het opmerkzaammaken op dit ef fect. 234

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1994 | | pagina 260