'ZELANDICA' IN HET KONINKLIJK HUISARCHIEF
B. Woelderink
1Ter introductie
Het Koninklijk Huisarchief als instelling omvat meer dan de archieven van het
Huis Oranje-Nassau. Toen onder het regentschap van koningin Emma het ge
bouw dat mede bestemd was voor de berging van die archieven tot stand kwam,
omvatte het al door en in zijn bouwkundige opzet tevens een bibliotheek en een
museum. De museale verzameling is tot stand gekomen door de samenvoeging
van kleine historische collecties, aanwezig in verschillende paleizen, meest ver
zameld door in de jaren 1870 en 1880 overleden leden van het koningshuis, zoals
prins Hendrik (t 1879) en prins Alexander (t 1884). De bibliotheek daarentegen
was als één bestaande collectie, die sedert koning Willem III ook een aparte be
heerder kende, overgebracht uit het paleis Noordeinde naar het op een steenworp
afstand gebouwde pand voor het Huisarchief. In die zin leek de bibliotheek op
het conglomeraat van archieven dat al gedurende de regering van koning Willem
I over een aparte functionaris als beheerder beschikte. Nu, honderd jaar later on
derscheiden we naast de archieven, de bibliotheek en de museale verzamelingen
nog een vierde categorie, namelijk de documentaire verzamelingen met als
hoofdbestanddeel de fotografische collectie. De vier sectoren zijn verre van mo
nolithisch opgebouwd. De cartografische verzameling bijvoorbeeld, die oor
spronkelijk een onderdeel van de bibliotheek vormde, wordt nu voornamelijk be
heerd door een medewerker van de afdeling archieven. De topografische en
historieprenten vallen onder de beheerder van de documentaire verzamelingen;
de overige bladen met tekeningen, aquarellen of grafiek sluiten qua beheer aan
bij de museale verzamelingen.
De totstandkoming van het Koninklijk Huisarchief als een apart hofdepartement
voor het beheer van uit een historisch of kunsthistorisch oogpunt behoudens-
waardige zaken, versterkte de tendens om aan de leden van het koningshuis aan
geboden geschenken die in dat kader pasten, door het Huisarchief te laten behe
ren. De 'Zelandica' nu. die in deze bijdrage bij wijze van keuze de revue zullen
passeren, zullen dan ook gerangschikt worden volgens enkele belangrijke bezoe
ken in de laatste honderdvijftig jaar door het staatshoofd aan de provincie Zee
land gebracht, in de tweede plaats rond evenementen als inhuldigingen en jubi
lea, die in de genoemde periode aanleiding vormden om vanuit Zeeland
huldeblijken aan te bieden van blijvende historische waarde en ten derde via an
dere wijzen van verwerving. Het eigenlijke archief blijft in hoofdzaak buiten be
schouwing, hoewel juist daar veel materiaal aanwezig is uit de 16e-18e eeuw als
neerslag van het contact van de stadhouders met besturen en bestuurders in Zee
land. Grensgevallen, bijvoorbeeld documentaire bescheiden die als archiefstuk
opgenomen zijn, doch niet onder de definitie van dat begrip vallen, rekent de
auteur tot de voor deze bijdrage relevante bescheiden.