Afb. 14. Bezoek van koningin Wilhelmina aan Terneuzen op 14 maart 1945, foto
Anefo. Amsterdam.
landsheren begiftigd. De bijeengebrachte gegevens zijn van genealogische en
heraldische aard en betreffen soms ook andere ridderlijke orden dan die van het
Gulden Vlies. Vermelding van dit werk in deze bijdrage is op zijn plaats omdat
de auteur bekend is, namelijk Cornelis Martin uit Domburg, die verder in zijn
voorwoord in het eerste deel nog vermeldt dat hij het op 80-jarige leeftijd in
1580 heeft afgesloten. Het derde deel van het manuscript dat veelal dezelfde ge
gevens bevat als deel I, zo kunnen we uit de aanhef opmaken, was in 1579 afge
sloten met het plan om het op te dragen aan de hertog van Anjou. Of er een net
exemplaar inderdaad aangeboden is, valt dezerzijds niet vast te stellen. Wel
wordt uit een vervolg op de inleiding in het eerste deel duidelijk dat de 3 manu
script-delen terecht gekomen zijn bij Gilles Burremont 'Zeelandois' die één der
erfgenamen was van Cornelis Martin 'feu mon cher cousin'. Burremonts aante
kening dateert van 1598 en is geschreven te Vlissingen. Het is niet bekend hoe
de drie delen van Cornelis Martin in het Koninklijk Huisarchief gekomen zijn.
Een tweede voorbeeld van documenten uit de handschriftenverzamelingen af
komstig uit Zeeland bevindt zich in de door prins Alexander in 1882 aange
kochte collectie 'Weigel', een verzameling van handschriften betreffende de pe
riode van de 30-jarige oorlog en daaromheen. Dat brede karakter van deze
verzameling heeft ertoe bijgedragen dat brieven aan de Zierikzeese burgemees
ter A. Hoffer (1589-1644), zijn zoon Rochus (1615-1671) en aan diens plaatsge
noot de predikant J. Udemans (1582-1649) nu in het Koninklijk Huisarchief be
rusten. De ruim 50 brieven en briefjes in deze collectie zijn, gelet op de uiterlijke
17