kenmerken, ingebonden geweest. Ze dragen een onmiskenbaar 17de-eeuwse
nummering, die doet veronderstellen dat er slechts van één band sprake is ge
weest; het ligt voor de hand te veronderstellen dat die tot stand gekomen is door
de hand van Hoffers zoon Rochus die met een dochter van de geleerde Udemans
gehuwd was.
Om een aanduiding te geven van het niveau van deze collectie kan vermeld
worden dat de briefschrijvers uit de wetenschappelijke en meer in het bijzonder
uit de theologische wereld komen, zoals de predikanten Bogerman (1625). Go-
marus (1619). Revius (1629) en Voetius (1636 en 1645), en hoogleraren als Da
niël Heinsius (1629). Arnoldus Slichtenhorst (1637) en J.J. Vossius (1630). In
Nagtglas' Levensberichten van Zeeuwen (Middelburg 1888) wordt melding ge
maakt van gedichten uit de kring van Rochus Hoffer die kort na 1874 bij Beijers
verkocht zijn. Het is nog onbekend of de bundel brieven tezelfdertijd bij Beijers
verkocht is aan de Leipziger verzamelaar Weigel.
Conclusie:
In de hiervoorgaande pagina's is een representatieve hoeveelheid voorwerpen, al
bums en foto's afkomstig uit of betrekking hebbend op de provincie Zeeland be
schreven, die in de loop der jaren deel is gaan uitmaken van de collecties van het
Koninklijk Huisarchief. In het bijzonder is aandacht geschonken aan de hulde
blijken die door of namens de Zeeuwse bevolking aan de leden van het vorsten
huis zijn aangeboden. Juist aan die geschenken hechtten de ontvangers grote
waarde, zodat voor hun bewaring doorgaans goede zorg werd gedragen. Ondanks
de in de meeste gevallen beknopte beschrijving van de in deze bijdrage opgeno
men stukken, kan een indruk gegeven worden van de aard van de koninklijke
verzamelingen. Een soortgelijk artikel zou voor iedere provincie geschreven kun
nen worden.
De beheersregels voor het Koninklijk Huisarchief staan onder bepaalde voor
waarden bestudering ten behoeve van het wetenschappelijk onderzoek of be
schikbaarstelling voor museaal verantwoorde exposities toe. Zodoende heeft dit
artikel mogelijk ook nog een praktische betekenis.
Verantwoording van de illustraties, afkomstig uit het Koninklijk Huisarchief:
De afbeeldingen 1,2, 10, 11, 12 en 13 behoren tot de Stichting Historische Verzamelingen van
het Huis Oranje-Nassau, Den Haag.
De afbeeldingen 3, 4 en 8 zijn afkomstig uit fotoalbums, resp. FA/1897/001. FA/0703 en
FA/0384.
Afbeelding 9 draagt inv.nr. A45-X9-336.
Afbeelding 10, 11, 12 en 13 behoren tot het Nationaal Huldeblijk ter gelegenheid van het 25-ja-
rig regeringsjubileum van koningin Wilhelmina. 1923 (deel Utrecht-Zeeland, resp. nr. 24, 18.
25 en 22).
Afbeelding 14 draagt kaartnr. 743.
De overige afbeeldingen behoren tot de documentaire verzamelingen.
19