vaandels, gildepenningen, strafwerktuigen, boeken en de archieven vervielen aan het stadsbestuur en werden opgeslagen in het stadhuis. Opmerkelijke stukken uit deze 'erfenis', die thans nog tot de stadhuiscollectie behoren zijn twee dieven vangers, een drinkglas met deksel van het bakkersgilde uit 1773 (afb. 7), drie bronzen gerechtsvuisten uit de 16e eeuw, de pruik van de laatste baljuw, het beeld van Vrouwe Justitia en de archiefkist van de weeskamer. De gehele 19e en 20e eeuw door werd de collectie aangevuld door middel van aankopen, schenkingen, bruiklenen en vondsten. Een belangrijke schenking werd gedaan in 1930 door de voormalig burgemeester van Borssele, jhr. Richel. Hij vermaakte zijn gehele porseleincollectie aan de gemeente Veere. In het na 1934 buiten gebruik zijnde kantoor van de gemeenteontvanger werd een porseleinmu seum ingericht. In deze eeuw hebben in Veere werkzame kunstenaars schilde rijen aan de gemeente geschonken. Hieronder zijn werken van Lucie van Dam van Isselt, Louis Heymans, Claire Bonebakker, Sarika Góth en haar vader Mau rice. Aan het in 1950 geopende museum 'De Schotse Huizen' werd een groot aantal stukken uit de stadhuiscollectie in bruikleen gegeven. Naast de oude beelden van het stadhuis kwamen hier het bijzondere model van een zogenaamde krabbelaar - een 18e-eeuwse baggerschuit -, de porseleinverzameling en een groot aantal historische voorwerpen terecht. Zo bestaan heden ten dage nog twee musea in Veere: de Schotse Huizen en de tot 'museum de Vierschaar' omgedoopte oud heidkamer. BEZOEKERS EN BEHEERDERS Een vroeg 'toeristisch' bezoek aan Veere is bekend uit 1774. Op woensdag 13 juli bezochten de theologiestudent Frans Cornelis Hoogvliet en zijn familie het stadhuis. Onder leiding van de stadssecretaris Ermerins werden zij rondgeleid in de vierschaar, 'een zeer deftig en aanzienlijk vertrek waarin alle andere en de doodvonnissen in een annex vertrekje werden uitgesproken', de vroedschapska mer, 'een zeer deftig vertrek welks schoorsteen pronkt met de afbeeldinge van prins Willem den Derden koning van Engeland in zijn koninglijk plechtgewaad' en 'de kamers der andere Edelagtbare Collegien, beneffens de Krijgsraad-Ka mer'45. Vanaf 1856 werd aan 'bezoekers aan de zeldzaamheden op het gemeente-huis voorhanden' beleefd verzocht om hun namen en kwaliteiten in het daarvoor be stemde register te plaatsen. Deze registers werden tot 1880 aangeduid als 'Album (Beker) Maximiliaan van Bourgondië 1551', later als vreemdelingenregister of gastenboek46 Onder dege nen die tekenden waren veel leden van vooraanstaande Zeeuwse families, die door hun opvoeding belangstelling voor het verleden hadden. Daarnaast hebben veel wetenschappelijk of cultureel gevormde heren hun handtekening gezet. Dat dames tekenden was nog niet fatsoenlijk. Hoge militairen die de vesting Veere 45. J.H. Kluiver, 'Een reis door Zeeland in 1774'. AKZGW 1980, 140 46. GAV, ASV, inv. nr. 4288-4303, bezoekersregisters oudheidskamer, later museum 'de Vier schaar', 1856-heden. 40

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1994 | | pagina 66