de goedwillendheid van de verzamelaar konden de penningen weer aan de stads
huiscollectie worden toegevoegd.
Gesteld kan worden dat het meer toeval is dan een doelbewust beleid dat de ge
meente Veere een aantal interessante historische voorwerpen bezit. Tot de 19e
eeuw bestond de 'verzameling' voornamelijk uit meubilair en objecten ter aan
kleding van het stadhuis. Bij de opkomst van het toerisme was de collectie meer
van museale aard. Tussen de 'antiquiteiten' van de stad Veere werden ook zaken
opgesteld die weinig met de geschiedenis van deze stad te maken hadden en
meer een encyclopedische aard hadden. Velen konden zo kennis nemen van de
hier opgestelde historische voorwerpen en rariteiten. Het beheer van de voorwer
pen heeft in de loop der eeuwen veel te wensen over gelaten. In een tijd dat men
er nog geen rekening mee hield dat het permanent tentoonstellen van prenten en
archiefstukken funest is voor de conditie van het object, zijn veel stukken hier
door verloren gegaan. Het is ook niet onwaarschijnlijk dat een aantal voorwerpen
uit de collectie is verkocht om de gemeentekas aan te vullen of als afscheidsca
deau aan vertrekkende bestuurders of ambtenaren is geschonken.
BESLUIT
In 1885 konden toeristen zich een reis naar Italië besparen. De Goessche courant
schreef dat de overgebleven ruïnes van het arsenaalcomplex te Veere 'eenige
overeenkomst met de opgegraven overblijfselen van Pompeji' vertoonden51. De
sloop van dit markante gebouw was voor de Middelburgse architect J.A. Frede-
riks de aanleiding om in het Bouwkundig Weekblad te schrijven: 'voor enkele
duizenden guldens is dit eenige voorbeeld van militaire bouwkunde in sloopers-
handen overgegaan en binnen weinig tijd zal ons land wederom een gedenkteken
minder tellen, waardoor de herinnering aan een roemrijk verleden wordt leven-
diggehouden'52. De overblijfselen van het Veerse verleden werden groots uitge
stald in de oudheidkamer. Frederiks droeg ook zijn steentje bij toen hij enige ja
ren later aan de gemeente Veere een ingelijste tekening van het voormalige
arsenaal schonk51.
In dezelfde tijd speelde de kwestie rond de verkoop van de beker. Hierbij
toonde het toenmalige gemeentebestuur dat het niet over het inzicht beschikte dat
zorg voor de historische erfenis van groot belang voor de toekomst zou kunnen
zijn. Had de armlastige gemeente Veere toestemming gekregen om de beker te
verkopen dan was dit een tragisch dieptepunt geweest in de geschiedenis van de
collectie van het stadhuis. Slechts door rijksingrijpen kon Veere zijn 'Heilige
Graal' behouden 'in de groote byouteriedoos die tot stadhuis van Veere dient'54.
51. Goessche Courant3 oktober 1885.
52. Dit artikel werd overgenomen in de Middelburgsche Courant van 3 november 1885.
53. GAV, ASV, inv. nr. 2151 (notulen vergadering gemeenteraad Veere, 3 september 1889).
54. Ritter, Zeeuwsche mijmeringen, 59.
45