De rechtvaardige Tobias heeft een begrafenis bijgewoond en is daardoor volgens de
Joodse leer onrein geworden. Daarom heeft hij de nacht buitenshuis op een bank
moeten doorbrengen. Een vogel - op de miniatuur een zwaluw - is over de slapende
man heen gevlogen en zijn uitwerpselen zijn in diens ogen terecht gekomen met
blindheid tot gevolg (Tobias 2, 8-11).
Aan deze episode heeft de miniaturist een tweede toegevoegd. Tobias zendt zijn
gelijknamige zoon naar Medië om daar een geldsom te incasseren, die hij bij een ver
trouwde relatie gedeponeerd had. Op de afbeelding heeft de jonge Tobias zich reis
vaardig gemaakt en neemt afscheid van zijn vader met naast hem de engel Rafaël, die
hem op zijn tocht zal vergezellen, en zijn hond, die niet achterblijft (Tobias, 4 en 5).
Foto: LUB
Repr.:Boon, 'Historie-bijbel'. 69
Afb. 3a en b. Fol. 9. Judith
66