'Hier begint die souter in duytsche. Beatus vir' luidt het onderschrift van de minia
tuur met de eerste woorden van psalm 1 in het Latijn. De klassieke Statenvertaling
geeft dit weer met: 'Welgelukzalig is de man, die niet wandelt in den raad der godde-
loozen...'.
David, de psalmdichter, voert hier zijn gevecht tegen de reus Goliath, die met zijn
kolossale gestalte het hele beeldveld beheerst. Goliath, zwaar geharnast en bewa
pend, is bezig zijn zwaard te trekken en ziet vol minachting neer op zijn tengere te
genstander. Achter hem staat, eveneens in gevechtsuitrusting, het leger der Filistij
nen. In schril contrast met dit vertoon van geweld staat, in de rechterbenedenhoek
gedrukt, David, als herder gekleed, klein van postuur en met een jongensachtig ge
zicht. Hij is slechts voorzien van zijn herderstas en de slinger waarmee hij op het
punt staat een steen te richten op het voorhoofd van Goliath. Deze bijzonder sugges
tieve scène speelt zich af in het Eikendal met de stad Socho op de achtergrond 1 Sa
muel 17).
Foto: LUB
Repr.: Boon, 'Historie-bijbel', 69
Afb. 8. Fol. 61. Job
73