JAARVERSLAG VAN DE HOOFDCONSERVATOR OVER 1993
De Commissie voor de Verzamelingen onderging in het verslagjaar wijziging
door het terugtreden van prof. dr. H.J. Pabbruwe als vertegenwoordiger van het
Genootschap in de Zeeuwse Museumstichting. In de vacature werd W. van Nas-
sau-Damen uit Vlissingen benoemd. De bezetting van de conservatorschappen
bleef ongewijzigd.
De Commissie kwam in het verslagjaar tweemaal bijeen. Het voornaamste agen
dapunt was de voorbereiding van de tentoonstelling ter gelegenheid van het
225-jarig bestaan van het Genootschap. Nadat de planning in verband met de
Mondriaan-tentoonstelling enkele malen was gewijzigd, werd de jubileumten
toonstelling definitief voor de zomerperiode van 1994 gepland. Het Zeeuws
Museum stelde een budget van 17.500 beschikbaar voor de tentoonstelling.
De ontvangsten voor het Begunstigersfonds bedroegen 5.720 van begunstigers
en leden, 3.402,62 revenuen van beleggingen, en 3.996 van de jaarlijkse
schenking door drs. C.J.F. Klaassen ten behoeve van de afdeling Munten en Pen
ningen.
Over de afzonderlijke onderdelen berichten de conservatoren als volgt.
Boeken en Handschriften
De conservator Handschriften mr. W. Dirksen bericht mede namens de conserva
tor Boeken dr. F.F.X. Smulders als volgt:
De verzameling boeken nam toe met een aantal publikaties die werden verkregen
uit het ruilverkeer dat het Genootschap met ongeveer honderd binnen- en buiten
landse instellingen onderhoudt. Het ruilverkeer blijft als permanente bron van
aanwinsten meestal onvermeld in de jaarverslagen, maar wordt deze keer ge
noemd omdat er geen andere aanwinsten van de verzameling boeken zijn te mel
den. De verzameling handschriften verkreeg geen aanwinsten.
Archeologische Voorwerpen en Objecten
De conservator ir. J.A. Trimpe Burger bericht als volgt:
Van ons lid J. Valster uit Hoek ontving het Genootschap aardewerk en andere
voorwerpen ten geschenke die door hem in de loop der jaren in de omgeving van
Colijnsplaat uit de Oosterschelde zijn opgedoken. Het betreft voornamelijk mate
riaal uit de Romeinse tijd, dat afkomstig is uit de verdwenen plaats Ganventa en
een nabij gelegen, eveneens door de zee verzwolgen Nehalennia-heiligdom.
Tot de collectie uit de tweede helft van de tweede en de derde eeuw daterend aar
dewerk behoort een fragment van een grote, dikwandige amfora waarop een deel
van een inscriptie voorkomt die te lezen is als -)ET1.C.AR. Deze interessante
scherf werd reeds uitvoerig beschreven door de amfora-specialist dr. J.H. van der
Werff uit Amersfoort (zie Archief 1989. Archeologische Kroniek van Zeeland
over 1988, blz. 138-140). De lettercombinatie C.AR. staat volgens Van der Werff
voor custodis armorum ('van de wapenbewaarder'). De door de heer Valster ge
schonken belangrijke verzameling Romeins aardewerk zal in samenhang met een
soortgelijke collectie van dezelfde vindplaats - aanwezig in het depot van het
Rijksmuseum van Oudheden te Leiden - worden gepubliceerd. De uit de Ooster
schelde afkomstige vondsten van het Zeeuws Genootschap hebben voorlopig het
collectienummer GA 1993-1 (e.v.) gekregen.
XIII