Afb. 1. J.A. Hubregtse (1878-1940) in zijn
woning te Burgh (collectie Streekarchiva-
riaat Schouwen-Duiveland, Zierikzee).
Afb. 2. J.A. Hubregtse achter zijn woning
in Burgh (11-7-1926; uit archief P.J. van
der F een, thans AKZGW en PDB), Mid
delburg).
diepgaande belangstelling voor oudheidkunde, in het bijzonder die van zijn
streek. Hoewel hij zich aanvankelijk beperkte tot de archeologie, hield hij zich
later ook bezig met onder andere folklore en dialect, omdat hij hierin vrij veel
overblijfselen uit een ver verleden, teruggaande tot de 'Germaansche tijd'
meende aan te treffen'.
De naspeuringen van Hubregtse in de bodem van Schouwen zijn begonnen in
september 1911 toen hij - na een storm - op het strand van Westenschouwen, in
blootgespoelde oude cultuurlagen scherven van aardewerk en metalen gebruiks-
voorwerpjes ontdekte, waarvan hij de betekenis voor de geschiedenis van zijn
streek terstond inzag. In de Oude Duinen van Schouwen, waar door verstuivin
gen her en der oude woongronden voor de dag kwamen, ontdekte hij spoedig
meer. Hij zocht en verzamelde later ook op veel andere plaatsen in Zeeland, on
der andere op de stranden van Walcheren, Noord-Beveland en Zeeuwsch-Vlaan
deren. De oude woonlagen in ten dele afgegraven vluchtbergen, zoals die te Dui-
vendijke (Sch.)4 Westkerke (Th.) en Ritthem (W.) hadden regelmatig zijn
aandacht. Vanzelfsprekend was Hubregtse zeer geïnteresseerd in de grote, ronde
burgen in Zeeland, waarvan er een vlak bij zijn woning in Burgh lag en - als be
schermd monument - nu nog ligt5.
Ofschoon Hubregtse op een in zijn tijd vrij geïsoleerd eiland woonde, onder-
3. J.A. Hubregtse, 'Zeeuwsche Folklore', in: Eigen Volk, 2, 1930, afl. 11, 321-332; idem, 'De Hay-
manlanden op Schouwen, Walcheren en Westvoorne', in: AZG 1937, 1-103, in het bijzonder 39-40.
4. J.A. Hubregtse. 'De vluchtberg te Duivendijke (Schouwen)', in: OMROL 1929, Nieuwe Reeks
10.61-70.
5. AZG 1937, 41-50, zie noot 3.
206