ten, die de burgemeesters van Zierikzee in 1340 als schotvrij Sint-Baafsland in mindering brachten op het schot, dat de stad aan de graaf verschuldigd was64. Ook de andere pachters, die wij bij name kennen, waren Zierikzeese burgers, zo als Yo Bettenzone in 1363, Wisse Dirk Colijnszone in 1364, 1380 en 1391, Pieter Cauwersijn in 1398, Jacob Janszone van Borrendamme in 1460 en Dirk Jan Hu- genzone in 148265. De laatste was zelfs burgemeester. In de 15e eeuw schijnt het niet altijd gemakkelijk geweest te zijn voor de abdij om het geld van de veraf wonende pachters te innen. In 1436 vroeg de abt aan de paus of hij het land bij Zierikzee vanwege de grote afstand en de moeilijke be reikbaarheid in erfpacht mocht uitgeven aan de edelman Roeland Gerritsz. de Cock van Opijnen. De paus gelastte daarop de proost van Sint-Donaas te Brugge om een onderzoek in te stellen. Blijkbaar heeft dit niet tot het gewenste resultaat geleid, want in de status van het goed kwam geen wijziging. In 1452 was een vrijgeleide van de hertog van Bourgondië nodig voor enkele monniken, priesters en een dienaar van de abdij om de pacht in Zierikzee te gaan innen en in 1456 beval de hertog de rentmeester van Zeeland beoosten Schelde, de baljuw en de schout van Zierikzee om de onwillige pachter van de abdij tot betaling te dwin gen. Een dergelijk mandaat was ook in 1460 noodzakelijk. Om aan de wan betaling het hoofd te bieden heeft de abdij later een eigen ontvanger ter plaatse aangesteld. Als zodanig ontmoeten wij in 1482 Wittele Wittelenzone, die als ver goeding voor zijn diensten 4'h gemeten land mocht 'bedrijven'66. De 80 gemeten van de Sint-Baafsabdij waren gelegen binnen de jurisdictie van de stad Zierikzee, het zg. Quaalambacht of Poortambacht. Uit het tweede kwart van de 14e eeuw is een legger bewaard van de verschillende percelen die er toe behoorden, met opgave van hun grootte67. De exacte meting, die daarvoor vef- richt werd, kwam uit op 76 gemeten 194 roeden, verdeeld over vier complexen, respectievelijk van 4, 4, 5 en 2 percelen, het geheel gelegen 'omtrent de poort', waarmee is bedoeld bij de stad. Het eerste perceel heette 'Tsente Baefshofstede' en was groot 5 gemeten 270 roeden. Een andere lokalisatie van het land komt voor in de pachtovereenkomst met Dirk Jan Hugenzone uit 1482. Daarin worden de vier complexen uit de legger samengevat als twee aaneengesloten complexen, van respectievelijk 43 en 28 gemeten (niet inbegrepen de 4'h gemeten, die de ontvanger genoot). Het tweede complex lag tussen de Zuiddijkse weg en de weg naar Ser Lauwendorp, een gehucht direct buiten de Zuidhavenpoort68. Een per ceel van dit tweede complex uit 1482 grensde volgens de 14e-eeuwse legger in het zuiden aan de Grote polre', een perceel van het eerste complex wordt in die Grote polre gesitueerd en twee percelen liggen in de Zuderren polre. Beide pol ders, onmiddellijk ten zuiden van Zierikzee, zijn tot nu toe in geen andere bron gevonden. Inpoldering van schorren, dus creatie van nieuw land, vond in het oos ten van Schouwen veelvuldig plaats in de 14e eeuw, maar niet eerder. Het stati sche karakter van het Sint-Baafsland verdraagt zich niet met het idee, dat het in 64. Hamaker, De rekeningen, dl.2, 71 65. RA Gent, Sint-Baafsabdij, R 57 (1363), R 58 (1364), O 1283 (1380), K 11088 (1391), O 1447 (1398), K 10712 (1460), O 2574 (1482). 66. Ibidem, O 1938 (1-8-1436), O 2155 (29-3-1452), O 2185 (21-1-1456), K 10712 (29-10-1460), O 2574 (31-7-1482). 67. Ibidem, R 57. 68. H. Uil, Zierikzeese straatnamen (Alphen a.d. Rijn 1986) 43. 71

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1995 | | pagina 101