Afb. 2. Het voorkomen en de status van soorten vleermuizen in provincie Zeeland.
soortnaam
verkorte weten
status
verblijfplaats
schappelijke
zomer winter
schrijfwijze
baardvleermuis
M. mystacinus
plaatselijk
1,2 3
Brandt's vleermuis
M. brandtii
1,2 3
franjestaart
M. nattereri
zeer plaatselijk
1 3
watervleermuis
M. daubentonii
plaatselijk
1 3
meervleermuis
M. dasycneme
Zeeuwsch-Vlaanderen
2 3
dwergvleermuis
P. pipistrellus
algemeen
2 2
ruige dwergvleermuis
P. nathusii
algemeen
1
rosse vleermuis
N. noctula
Zeeuwsch-Vlaanderen
1 1
laatvlieger
E. serotinus
algemeen
2 2
tweekleurige vleermuis
V. murinus
onregelmatig
4
mopsvleermuis
B. barbastellus
Zeeuwsch-Vlaanderen
1,2 3
grootoorvleermuis
P. auritus
plaatselijk
1,2 3
grijze grootoorvleermuis
P. austriacus
Zeeuwsch-Vlaanderen
2 3
Verklaring van de cijfers
in kolommen verblijfplaats:
1: holle bomen; 2: gebouwen; 3: ondergrondse bouwwerken; 4: op trek.
Een familie met veel soorten is de Myotis-groep, waaronder de baardvleermuis, Brandt's
vleermuis, watervleermuis, meervleermuis en franjestaart behoren. Deze soorten kenmer
ken zich door lichtgekleurde of witte buiken, een lange en dunne tragus (oordeksel). De
baardvleermuis en Brandt's vleermuis zijn tweelingsoorten. De franjestaart heeft enigszins
doorschijnende, lepelvormige oren: het staartvlies is afgezet met stijve haartjes ('franje').
De watervleermuis is een vrij kleine soort die, zoals de naam reeds doet vermoeden, vrij
wel uitsluitend boven waterpartijen jaagt. Meestal worden daarbij kleine cirkels vlak bo
ven het wateroppervlak gevlogen. De meervleermuis lijkt veel op de watervleermuis, maar
is veel groter en forser gebouwd. Ook deze soort jaagt vooral boven water, maar dan met
een duidelijke voorkeur voor brede kanalen en vaarten, meren en open plassen.
Tot de meest algemeen verspreide vleermuizen behoren dwergvleermuis en de ruige
dwergvleermuis. Beide soorten zijn klein van formaat, uniform bruin van kleur en hebben
zwarte oren en een zwarte neuspunt. Zij zijn op het eerste gezicht moeilijk van elkaar te
onderscheiden; de ruige dwergvleermuis is echter iets groter en heeft iets langere en bre
dere vleugels.
Veel groter en tevens ook bruin van kleur zijn de rosse vleermuis en de laatvlieger. De
rosse vleermuis heeft weliswaar een iets langere vleugellengte, maar heeft ook veel smal
lere vleugels, waardoor de soort in haar vlucht minder groot lijkt dan de laatvlieger. Daar
mee is de laatste wel de grootste soort in Zeeland.
De tweekleurige vleermuis is een middelgrote vleermuis; op de rug met een donker- tot
zwartbruine vacht en zilverwitte haren.
De beide grootoorvleermuizen zijn onmiddellijk te herkennen aan de zeer lange oren.
Tot slot de mopsvleermuis, eenvoudig te herkennen door zijn zeer donkere bijna zwarte
vacht en de brede aan elkaar grenzende oren. De snuit heeft iets weg van die van een
mopshond.
82