Vleermuizen die in de zomer gebouwen bewonen, hebben een uitgesproken voorkeur voor warme, donkere en rustige delen. Vroeger werden allerlei oude gebouwen bewoond waar mensen nauwelijks of niet kwamen, zoals kerkzolders, oude schuren en ruïnes. Veel van dergelijke ruimten zijn tegenwoordig niet meer geschikt voor vleermuizen, vanwege het toegenomen gebruik van houtconserve ringsmiddelen (kerkzolders), het aanleggen van verlichting en het steeds inten siever gebruiken van veel ruimten. Bovendien worden leegstaande gebouwen of restanten daarvan vaak afgebroken. Tegenwoordig worden kolonies of verblijf plaatsen van vleermuizen vooral in spouwmuren van woonhuizen gevonden, waarbij geen voorkeur bestaat voor oude of nieuwe huizen. 88

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1995 | | pagina 118