koloniegrootte 11-25 26-50 51-75 76- 100 100 aantal kolonies 11 12 6 5 7 Afb. 7. Aantal kraamkolonies per grootte-klasse van dwergvleermuizen na 1986 in Zeeland. Zowel het aantal foeragerende dieren als de dichtheid aan kraamkolonies van dwergvleermuis is opmerkelijk hoog in Zeeland, in vergelijking met andere pro vincies. Zo werden in augustus 1988 maar liefst bijna 600 dwergvleermuizen aangetroffen in Goes. Gemiddeld werden ca. 60 dieren per km2 opgespoord. Ook in Middelburg waren in de nazomer dergelijke dichtheden aanwezig. Opmerkelijk zijn de geregelde meldingen van dwergvleermuizen in de vleer- muiskasten in onder meer het Veerse Bos. Meestal worden deze kasten vooral door boombewonende soorten gebruikt. De dwergvleermuis is maar een keer eerder in een nestkast opgemerkt in het Gooi (Verdonk, 1979). In de nazomer worden sommige gebouwen massaal bezocht door deze soort. Een bekend voor beeld is onder meer de Maria Magdalenakerk in Goes. Naar alle waarschijnlijk heid heeft dit verschijnsel te maken met de paartijd, die in de loop van augustus aanbreekt. Ruige dwergvleermuis Pipistrellus nathusii (Keyserling Blasius, 1839) De ruige dwergvleermuis (zie afb. 8) komt algemeen voor in Zeeland. In de zo mermaanden is de soort plaatselijk aanwezig in de oudere bosgebieden. In het Afb. 8. Ruige dwergvleermuis. 93

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1995 | | pagina 123