in een redelijke staat. Wel is door regenwater het metselwerk fors aangetast, wat
op enkele plaatsen tot fraaie druipsteenachtige structuren heeft geleid (zie afb.
11). Fort Rammekens is opgebouwd rond een binnenplaats, die van buiten af al
leen toegankelijk is via een imposante deur. De verblijven zijn gebouwd tegen de
meters dikke vestingmuur. In de winter verblijven vleermuizen in een aantal ko-
kervormige gaten, tussen de kalksteenformatie, in spleten en ruimten in het pla
fond en soms, op hoge plaatsen, los tegen de wand. Naast watervleermuis en
grootoorvleermuis is hier een enkele maal een franjestaart aangetroffen, overi
gens steeds in precies dezelfde schuilplaats. De ligging aan de (zoute) Wester-
schelde is ongunstig door de grote mate van blootstelling aan de wind. De nabij
heid van het bos en de kreken van Rammekenshoek is gunstig. In de zomer
vinden er geregeld rondleidingen in het fort plaats. Buiten die periode betreden
onbevoegden op beperkte schaal het fort, zonder overigens veel schade aan te
richten.
Ruïne Sluis
Het jongenspensionaat St. Joseph te Sluis werd gesticht in 1906 door de Congre
gation des Ecoles Crétiennes. Tot 1940 is dit gebouw als pensionaat in gebruik
geweest en nadien is het in verval geraakt (zie afb. 13). Het gebouw had oor
spronkelijk de vorm van een carré waarbij het voorfront ontbrak; aan het centrale
deel was aan de achterzijde een verlenging gebouwd. De winterverblijfplaats van
de vleermuizen bevond zich in de kelders van de oostelijke vleugel. De wanden
waren voor een groot gedeelte gepleisterd en het plafond bestond uit boogvor
mige gemetselde constructies. Hier en daar was een steunmuurtje gemetseld met
veel open voegruimten. De raampjes die op een hoogte van anderhalve meter net
boven het maaiveld uitkwamen, waren alle met inmiddels verrotte luiken aan de
Afb. 13. Ruïne van het jongenspensionaat St. Joseph te Sluis.
100