Hulst - Steenstraat Op verzoek van de Oudheidkundige Kring 'De Vier Ambachten' en de ING-bank werd op 21 en 22 maart een proefonderzoek uitgevoerd op een perceel grond achter de huizen Steenstraat 33 en 35. Zes meter uit de achtergevel werd een 17 m lang profiel gegraven. Het maaiveld ligt ter plaatse op 4,80 m +NAP. Op ruim 3 m diepte (1,60 m +NAP) werd de top van het Pleistocene zand bereikt dat be stond uit een oudoppervlak op een verrommelde loodzandlaag. De oudste sporen van menselijke activiteit bestonden uit greppels, die onder een zeer geringe hoek met de Steenstraat liepen. De eerste greppel begon op 11 m uit de achtergevel en was 4 m breed. Naar onder toe bestond hij uit twee greppels van 1,60 en 1,20 m met ertussen een ongestoord stuk grond. Op 22 m uit de achtergevel herhaalde dit greppelfenomeen zich. De diepte van de greppels die een vlakke bodem had den was 0,5 m +NAP. Het spaarzame materiaal dat in de greppels werd aangetroffen bestond voor het overgrote deel uit grijs gedraaid aardewerk, waarvan de ouderdom in het midden van 13e eeuw kan worden gesteld. Het terrein aan de Steenstraat geeft derhalve geen enkele aanwijzing voor oudere bewoning op de overgang van vroege naar hoge middeleeuwen. De niet op archeologische of historische feiten gebaseerde theorie dat Hulst zijn ontstaan heeft te danken aan een ringwalburg, wordt nu op de archeologisch onderzochte plaats aan de Steenstraat in ieder ge val van een negatief argument voorzien10. Vanaf 7 m uit de gevel bevond zich in de sleuf een waterput met een diameter van 2,20 m, geheel gemetseld uit secundair verwerkte baksteen x 15 x 7,5 cm). Ten oosten van de waterput werd een beerput aangetroffen met materiaal uit de periode 1650-1750". Een kelder aan de achterzijde van het terrein leverde ten slotte nog een collectie bewerkt botmateriaal van een kammenmaker. Het betreft halffabrikaten van botten van paard, rund en edelhert12. Middelburg-Arnestein H. Bostelaar uit Middelburg stelde een rapport samen over de ligging van het voormalige voetpad van Arnemuiden naar Middelburg dat momenteel aan de op pervlakte ligt op een nog niet bebouwd gedeelte van het industrieterrein Arnes- tein. De waarnemingen zijn gedaan tussen november 1989 en augustus 1993. Het pad bestaat uit ijsselsteentjes afgekant met natuursteen (kalk- of zandsteen). Het pad is te vervolgen over een lengte van 250 m en heeft een breedte van 1,20 m. Langs de weg is een groot aantal 17e- en 18e-eeuwse munten gevonden, waaron der enkele bijeenhorende muntcomplexen. Middelburg-Blauwedijk (afb. 5) Tijdens rioleringswerkzaamheden aan de Blauwedijk vond H. Bostelaar uit Mid delburg een hoeveelheid produktieafval van glazen kralen. Het afval bestond uit mono- en polychrome staafjes (diameter 3-6 mm) en dikke holle, ca. 15 mm dikke staven, die blijkbaar in een tweede smeltfase uit de dunne staafjes waren samengesteld. Dit veelkleurige glas met een bont patroon staat bekend onder de 10. De Meulemeester, 'Aarden versterkingen'. 11Botanisch onderzoek aan een beermonster wordt momenteel uitgevoerd door R. de Man (ROB). 12. Het materiaal wordt nader bestudeerd door drs. F. Laarman (ROB). 129

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1995 | | pagina 159