de Augustijner bedelorde18. De opmerkelijke vondsten betreffen twee borden met
tinglazuur, het een bewerkt in de cuerda-seca techniek, het ander voorzien van
een Isabela decoratie. Het principe van de cuerda-seca (letterlijk 'droge koord')
techniek is dat op de biscuitvorm de contouren van de decoratie worden aange
bracht met een mengsel van was of vet. Tussen deze vette contourlijnen wordt
glazuur aangebracht. Tijdens het bakken smelt de was weg en laat langs het gla
zuur ongeglazuurde contourlijnen achter. Op deze wijze werd voorkomen dat de
Afb. 7 Middelburg-Schuttershof
straat. Bord van Spaanse ma
jolica in cuerdo-seco tech
niek. Doorsnede 28 cm. Foto:
F.F.F. Hoedeman (ROB).
glazuren zouden doorlopen en werd een accentuering van de vorm van de deco
ratiemotieven verkregen.
Beide borden komen uit Sevilla in Zuid-Spanje. De polychrome decoratie op
het cuerda-seca bord stelt een stralende zon voor (afb. 5). De zon heeft een ge
laatsuitdrukking met sproeten en tien stralen. Twee andere importstukken zijn
een fragment van een voorraadvat van Portugese mica-ware uit de omgeving van
Lissabon en een deel van een wit-aardewerken komfoor uit de streek rond Sain-
tonge in Frankrijk. Het importaardewerk is te zamen met de overige beerputin-
houd nader bestudeerd en inmiddels elders gepubliceerd".
Reimerswaal-verdronken Valkenisse (afb. 8)
Langs de noordoever van de Westerschelde ligt in de gemeente Reimerswaal op
Zuid-Beveland het schor en het slik van Waarde. Tijdens een archeologische ver
kenning op 8 februari 1989 wees niets er nog op dat dit schor enkele jaren later
de archeologische resten van het verdronken Valkenisse prijs zou geven. Bij eb
waren uitsluitend moemeringsputten zichtbaar. Diverse meldingen over het
blootspoelen van fundamenten en begravingen noopten op 5 september 1992 tot
een nieuwe verkenning. Vastgesteld werd dat sprake was van aanzienlijke erosie
van het schor waarbij steeds nieuwe archeologische resten van onder het slik te
18. Henderikx, 'Bedelordekloosters', o.a. 65, kaart IX.
19. Battels, 'De Spaanse zon'.
132