Afb. 2. Luchtfoto van het haventje van Burghsluis en omgeving kort na de stormvloed
1953; rechtsboven de drooggevallen strcindwal in Brabers, links de kreekruggronden
langs de Meeldijk. Foto KLM, Aerocarto.
plaats, zijn vluchtbergen en overblijfselen van bewoning die teruggingen tot in
de Romeinse tijd, zijn uit de bodem van Schouwen weggevaagd zonder dat daar
aan een verantwoord oudheidkundig onderzoek kon voorafgaan. De uit de ne
gende eeuw daterende ringwalburg bij Burgh-Haamstede bleef gelukkig ge
spaard al zijn er in de zestiger jaren plannen geweest het terrein - dat nu een
beschermd monument is - te bestemmen voor woningbouw.
Het was in de jaren 1954-1960 een onmogelijke taak de meer dan 150 op het
eiland werkende draglines en bulldozers een slag voor te zijn. In enkele jaren
veranderde het gehele eiland - met uitzondering van het duingebied in de 'Kop
van Schouwen' - totaal van aanzien. Het vrijwel achterwege blijven van noodop-
gravingen werd echter vooral veroorzaakt door een groot gebrek aan mankracht
en financiële middelen bij de tot opgraving bevoegde oudheidkundige instanties.
Voorts was het moeilijk over de slecht begaanbare wegen de dikwijls ver uiteen-
liggende, bedreigde objecten op het geschiktste moment te bereiken. Zo was het
bijvoorbeeld ondoenlijk tegelijkertijd in het zuiden van Schouwen aandacht te
besteden aan het archeologisch en geologisch unieke terrein in Brabers en, in het
noorden, de bij Brouwershaven te voorschijn gekomen fundamenten van het
voormalige slot Herkesteyn in kaart te brengen.
De verliezen aan cultuurhistorisch waardevolle elementen waren onnodig
groot. Veel van de na de ramp van 1953 zonder scrupules opgeruimde objecten
van landschappelijke en culturele betekenis zouden nu ongetwijfeld als wettelijk
beschermd monument zijn gehandhaafd. Toch moeten we - gezien de omstandig-
4