1 L ter weerszijden van de strandwal; datering ca. 2000 j. v. Chr. tot in de Romeinse tijd. d. Een laag kalkloos stuifzand van variërende dikte. e. Plaatselijk een 10-30 cm dikke laag zwarte aarde waarin aardewerk en vuur stenen voorwerpjes uit de Late Steentijd aanwezig zijn. Deze oude cultuurlaag correspondeert nagenoeg met de onderkant van het subboreale veen, maar is daarvan soms gescheiden door het stuifzandlaagje d. f. Ontkalkt zand met banken van bijna geheel vergane Cardiumschelpen. De schelpresten voelden vettig aan en waren donkerbruin verkleurd. g. In het grondwaterniveau is het strandzand kalkhoudend tot kalkrijk. Het bodemprofiel in het zuidelijk deel van Brabers was opvallend anders door dat daar een karakteristieke Neolithische laag ontbrak. Er werden ook geen Neo- lithische artefacten in 'los' verband aangetroffen. Een met het subboreale veen corresponderende, dunne humuslaag was vrijwel geheel verdwenen door inten sieve bewoningsactiviteiten in de Romeinse tijd. De top van het zand in het zui delijk deel van Brabers, waarin zich het bewoningsniveau uit de Ijzertijd/ L napj ijjiyil,1 IJinil"" 'J- i nap! L J i --l, 2- inap L*— •- -V L e3. on., eel, csl Afb. 11. Profiel van de westelijke zijde van het zuidelijk deel van Brabers; vergelijk af beelding 4. Tek. C. van Duyn, ROB, Amersfoort. Legenda: a. cultuurlaag uit de middeleeuwen (850-1350); al. Duinkerke U-afzettingen; a2. oranje-rode aslaag, middeleeuws; a3. dun laagje klei met zwart, humeus bandje; b. cultuurlaag uit de IJzertijd/Romeinse tijd; f. kalkloos zand van de strandwal. Tek. C. van Duyn, ROB, Amersfoort. 14

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1995 | | pagina 44