Afb. 12. Overzicht van de afgravingen van het noordelijk deel van Brabers (ge zien vanuit het zuidende zwarte laag op ongeveer een meter diepte dateert uit het Neolithicum. In de kuil op de voor grond werden bij elkaar negen transver sale pijlpunten gevonden. Foto P.J.R. Modderman, ROB, Amersfoort20-6- 1957. Afb. 13. Detailonderzoek van de cultuur laag uit de Late Steentijd; door toepas sing van de kwadrantenmethode (voor het eerst toegepast bij het onderzoek van grafheuvels door prof. A.E. van Giffen wordt getracht een driedimensionaal in zicht te krijgen in het grillige verloop van de oude nederzettingssporen. Foto RJ.R. Modderman, ROB, Amersfoort; 20-6-1957. terrein getekend doordat de omstandigheden voor het bestuderen van profielen gunstiger waren dan voor vlakken (afb. 14 en 15). Voor het nederzettingsonder- zoek in detail is het jammer dat betrekkelijk weinig tijd kon worden besteed aan het nauwkeurig inmeten en administreren van de talloze vondsten. Een dergeljk arbeidsintensief onderzoek is met een bezetting van hooguit twee of drie man, die ook nog veel grond dienden te verzetten, niet mogelijk. Het is bijzonder verheugend dat dr. L.B.M. Verhart de uiteindelijke bewerking van het Steentijd-materiaal van Brabers in 1992 heeft verricht en zijn bevindin gen op uitnemende wijze heeft gepubliceerd. Voor allerlei details wordt hierbij graag naar zijn publikatie verwezen". Tijdens het onderzoek van de Neolithische cultuurlaag in Brabers zijn opval lend veel grondsporen van menselijke activiteiten te voorschijn gekomen. Het aantal paalkuilen en dergelijke was heel groot. Verreweg de meeste sporen kon- 11Verhart, zie noot 5. 16

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1995 | | pagina 46