Afb. 16. Configuratie van paalkuilen van het te Brabers opgetekende grondplan van een Neolithisch huis (zie afb. 17). Foto van de auteur, ROB, Amersfoort. den niet tot een bepaalde configuratie worden herleid. Slechts een drietal huis plattegronden was met zekerheid te traceren. Het rechthoekige grondplan van één van de huizen is zo begrijpelijk dat zonder veel moeite een gedachte over de bovenbouw gevormd kan worden (afb. 16 en 17). Het dak van dit huis werd ge dragen door een stel stevige palen aan de buitenzijde en een viertal zwaardere palen in de lengteas van de woning. Een van de zwaardere palen was opgenomen in de korte voor- of achterwand. Iets binnen de buitenrij palen moeten we ons de opgaande wanden denken, bestaande uit een rij dunne paaltjes die als steun dien den voor met leem bestreken vlechtwerk. Zie voor details en pogingen tot recon structies de genoemde studie van Verhart uit 1992. In de uit de Late Steentijd daterende cultuurlaag te Brabers werd veel vuur steen aangetroffen: onbewerkte, uit zuidelijker streken afkomstige vuursteen knollen en honderden min of meer bewerkte stukken, hetzij afval, halfproducten of werktuigjes als eindproduct. Gerolde vuurstenen uit oude brandingszones zijn algemeen in de omgeving van het Zwin in West Zeeuws-Vlaanderen. Zij zijn voor een deel losgewoeld uit lagen van Eocene ouderdom. Het moet op geologi sche gronden worden uitgesloten dat de benodigde vuursteen aan de kust van Schouwen werd verzameld. De vuursteenknollen werden ter plaatse in Brabers bewerkt, gezien de hoe veelheden kernstukken en afval. De vuurstenen werktuigjes omvatten een fraai gepolijst bijltje (en fragmenten van andere), trapezoïdale pijlpunten, krabbers, boortjes en geretoucheerde mesjes (afb. 18). Vermeldenswaardig is een depot vondst van negen transversale pijlpunten; zij lagen bij elkaar met enige andere voorwerpjes in een kuiltje en hebben mogelijk in een leren zakje gezeten. 18

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1995 | | pagina 48