2. 'Belgisch grijs' (terra nigra-achtig) en inheems-Romeins aardewerk Het merendeel van het op een draaischijf vervaardigde Romeinse aardewerk van Brabers bestaat uit terra nigra-achtige waar. Vooral fragmenten van grote, grijze potten (type Holwerda, Arentsburg afb. 92, 140-142) met dikke, omgeslagen ran den komen veel voor. Het verspreidingsgebied van dit plompe, zelden versierde gebruiksaardewerk strekt zich voornamelijk uit over het kustgebied van Holland en Zeeland gedurende de gehele tweede en een deel van de derde eeuw; in Ro meins Aardenburg komt het naar verhouding echter weinig voor. De potten zijn vervaardigd uit Rupeliaanse klei en om die reden wordt aangenomen dat zij er gens in de vallei van de Schelde als massaproduct werden gefabriceerd (Thoen 1966, Brouwer 1986). Het is niet bekend waarvoor dit stevige, dikwandige aar dewerk is gebruikt. Ze zijn wel eens omschreven als 'kamerpotten', maar een functie als voorraadspot, voor het bewaren of eventueel transporteren van bij voorbeeld gezouten vis of in vet ingelegd vlees, lijkt aannemelijker. Het is wat Brabers betreft weinig zinvol alle terra nigra-achtige waar uitvoerig te beschrijven omdat het voor de typologie en chronologie van dit soort aarde werk nauwelijks iets nieuws te bieden heeft in vergelijking met wat bijvoorbeeld uit Arentsburg, Ouddorp (ZH) en Aardenburg bekend geworden is. Alle vondsten uit Brabers zijn per vondstnummer gedetermineerd, beschreven en indien wense- Afb. 38, 1-6. Aardewerk uit het laatst van de eerste - en het begin van de tweede eeuw. Tek. L. Goldschmitz-Wielinga, AWN/PDB, Middelburg. Schaal 1:4. 43

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1995 | | pagina 73