5. M o r t a r i a (wrijfschalen)
De bodem van deze meestal grote schalen, die op melkteilen gelijken, is ruw ge
maakt met grove steenbrokjes, gewoonlijk fijn geslagen kwarts. Van de twee
hoofdtypen, die met horizontale en die met verticale rand, zijn enkele fragmenten
in Brabers opgegraven (afb. 45, 1-4). Datering globaal tweede en derde eeuw.
Afb. 45. Verschillende randvormen van wrijfschalen. Tek. L. Goldschmitz-Wielinga,
AWN/PDB, Middelburg. Schaal 1:4.
6. Geverfd ('gevernist') aardewerk
Verschillende typen van dit bijzondere eet- en drinkgerief waren in Brabers
vooral in de tweede en een deel van de derde eeuw in gebruik. Het dunwandige
aardewerk is op de breuk meestal wit; het oppervlak is door onderdompeling in
verfaarde bruinrood tot zwartbruin gekleurd. Uit het laatste kwart van de tweede
eeuw dateert geverfd aardewerk van zeer goede kwaliteit, waarvan het baksel
zeer hard is en de breuk roodachtig van kleur; de verflaag is donker metaalglan-
zend ('gelakt'). Bij de volledig bewaard gebleven beker met zogenaamde 'Kar-
niesrand' (afb. 47) is het oppervlak met gruis bestrooid; het is een heel algemeen
type beker in de tweede eeuw. Een zeldzame vorm beker is die op afb. 46, waar
van helaas slechts een randfragment is gevonden; het baksel is geelwit, de verf
laag oranjebruin; versiering door middel van een radstempel; de inspringende,
steile, niet geprofileerde rand is uitzonderlijk. Vermeldenswaardig zijn de frag
menten van enkele 'jachtbekers' met barbotineversiering (naar links springende
herten, achtervolgd door honden), scherven van 'deukbekers' en delen van bor
den met naar binnen gebogen randen.
Afb. 46. Geverfd aardewerk met radstempelversiering; zeldzame vorm. Tek. L. Gold
schmitz-Wielinga, AWN/PDB, Middelburg. Schaal 1:2.
50