moet de graaf van Holland in 985 eenzelfde situatie hebben aangetroffen als de
graaf van Vlaanderen in 1012 in Zeeland bewesten Schelde. Hoe hij daarop gere
ageerd heeft weten wij niet, maar zeker is dat hij niet alle bezittingen van Sint-
Baaf heeft overgenomen50. Er zijn aanwijzingen dat de invloed van de abdij in en
rond Zierikzee in de 11e eeuw nog aanzienlijk was. In de eerste helft van die
eeuw beijverden de monniken zich voor de verbreiding van de cultus van Sint
Livinus, een heilige die door hen was bedacht en geïntroduceerd. In 1007 organi
seerden zij een translatie van zijn gebeente en in 1050 werd zijn vita geschreven.
In het kader van deze propaganda moet de kerk van Zierikzee aan Sint Lieven
zijn gewijd, na eerst een ander patrocinium gehad te hebben51. Naast de cultus
van Sint Lieven en die van Sint Macharius bloeide in de Sint-Baafsabdij in de
1 Ie eeuw ook de cultus van Sint Pancras. In 985 waren relieken van deze heilige
door de latere abt Erembold uit Rome naar de abdij overgebracht52. Terecht heeft
Palmboom de link gelegd met de kerk van Kerkwerve, dochterkerk van Zierikzee
en gewijd aan Sint Pancras53. Interessant is dat in Kerkwerve het toponiem 'Mon-
nikendijk' voorkomt en dat in Duivendijke, een parochie die van Kerkwerve is
afgesplitst, in 1321 een stuk land als 'monnikenland' bekend stond54. Wij denken
daarbij aan naamsafleiding van de monniken van Sint-Baaf, eerder dan aan die
van Echternach. Palmboom wees nog een andere dochterkerk van Zierikzee aan,
die onder invloed van de abdij kan zijn gesticht. Volgens de Vita Arnulfi ver
voegde zich (rond 1100) een delegatie uit Schouwen bij de abdij van Oudenburg
in Vlaanderen, die door Sint Arnulf tijdens zijn leven was gesticht, ter verkrij
ging van relieken van de heilige, omdat zij een aan hem toegewijde kerk wilden
bouwen55. Palmboom schreef de voorkeur op Schouwen voor deze pas in 1087
overleden Vlaamse heilige toe aan de invloed, die de Sint-Baafsabdij daar had en
zij wees de kerk van Brijdorpe aan als de kerk, die ter ere van de heilige Arnulf
werd gewijd. Al in 1116 brandde zij af, waarbij de relieken werden gespaard.
Aan de invloedrijke positie van de Sint-Baafsabdij in Zierikzee is waarschijn
lijk in het tweede kwart van de 12e eeuw een eind gekomen. Nadat omstreeks
1128 de Hollandse graaf Zeeland bewesten Schelde in leen had ontvangen van de
graaf van Vlaanderen, was zijn Schouwse bezit minder excentrisch komen te lig
gen. Hij streefde er naar zijn gezag in geheel Zeeland te versterken en te unifor
meren en de Vlaamse invloed terug te dringen. Uit opgravingen is gebleken dat
rond het midden van de 12e eeuw in Zierikzee een grote tufstenen kerk gebouwd
werd, waarin Halbertsma terecht het werk van de graaf van Holland ziet, die zich
in die tijd in Zierikzee sterk maakte56. Het patronaatsrecht van de Sint-Lievens-
kerk zal hij hebben overgenomen van de Sint-Baafsabdij, met het beheerscen-
50. Hamaker, De rekeningendl. 2, 77.
51Dekker, Zuid-Beveland72.
52. 'Annales sancti Bavonis Gandensis', ed. G.H. Pertz, MGH. SS., dl. 2 (Hannover 1829) 185-191,
in het bijz. 188.
53. Palmboom, Het kapittel van Sint Jan, 375.
54. Wij beschouwen 'Mannekendijk' in de legger van 1676 als een verbastering van 'Monniken-
dijk', A.J.F. Fokker, Schouwen vóór 1600, dl. 1 (Zierikzee 1909) 173; ARA Den Haag, graven van
Holland, no. 303 fo 39v ('gheheeten der moniken lande').
55. 'Ex vita Arnulfi episcopi Suessionensis auctore Hariulfo abbate Aldenburgensi', ed. O. Holder-
Egger, MGH. SS., dl. 15-2 (Hannover 1888) 872-904, in het bijz. 901. Zie Palmboom, o.c., 374-376.
56. H. Halbertsma, 'De vermeende centraalbouw der Sint-Lievenskerk te Zierikzee', in: Kroniek
van het land van de zeemeermin (Schouwen-Duiveland), 9 (1984) 39-51.
69