Afb. 2. Heinkenszand, Huis Barbistein. Gravure H. Spilman 1743. De jongste van alle bouwde de Zeeuwse landsfabriek Coenraad Kayser in 1783- '85 in de vorm van een kubus met tentdak en houten door een obelisk bekroond torentje in Hoofdplaat'. Daarnaast hebben zich ook de walen en lutheranen en, in mindere mate en op bescheidener formaat, eveneens de doopsgezinden in die weinige plaatsen waar zij zelfstandige gemeenten vormden, in deze actief be toond. Voor de katholieken bestond deze mogelijkheid niet10. Van hun kerken ontdaan en ondergronds gedreven, trokken zij zich, waar het hun eredienst betrof, benoor den de Westerschelde vooreerst uit het openbare leven terug. Het in 1559 opge richte bisdom Middelburg was al spoedig in het niets opgelost en het gewest Zeeland tol missiegebied gedegradeerd. Als dekenaat binnen het aartspriester schap Holland en Zeeland maakte het tot het Herstel van de Bisschoppelijke Hiërarchie in 1853 deel uit van de Hollandse Zending, direct onderhorig aan de Congregatie van de Heilige Geloofsleer in Rome en deszelfs zetbaas, de pause lijke nuntius in Brussel (later in Den Haag), die als vice-superior optrad. Veel te bieden hadden de Zeeuwen hem niet; slechts op enkele plaatsen werd in de tweede helft van de zeventiende eeuw de katholieke dienst oogluikend en tegen betaling blijvend getolereerd: op Tholen en Noord-Beveland nergens, op 9. Daarover zie o.a. *L48, 59-62. 10. Over de positie van de Zeeuwse katholieken: M. van Empel en H. Pieters, Zeeland door de eeu wen heendl 2, Middelburg 1959 (reprint Arnhem 1974), Deel II, 585-587; alsmede *L40, IV, 800- 806. 79

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1996 | | pagina 107