Van beide andere, eveneens reeds lang verdwenen dorpskerken is echter een duidelijke tekening bewaard gebleven, die het desbetreffende gebouw overhoeks toont. Beide bedehuizen waren eenvoudige rechthoekige zaalkerkjes, die rugge lings met de pastorie onder één (vrijwel) doorlopend zadeldak gebracht waren, met een simpel vierkant torentje in de sober gehouden voorgevel, en een korte rij identieke vensters - rechtgesloten in het ene, rondgesloten in het andere geval - in de zijgevels42. Het is een type dat nog tot ver in de negentiende eeuw voor klei nere katholieke kerken op het platteland in Nederland gangbaar zou blijven4'. Bovendien leek het Zesde Additionele Artikel van de nieuwe Staatsregeling, in 1798 afgekondigd, hiervoor ook een financiële basis te geven, doordat bepaald werd dat de oude prereformatorische kerken per plaats naar evenredigheid over de diverse gezindten verdeeld zouden worden. Daar waar - zoals uiteraard in alle dorpen - er per plaats maar één ter beschikking stond, moesten de 'verliezende' partijen door het kerkgenootschap dat als grootste de oude kerk toegewezen kreeg met een aan de fictieve nieuwwaarde van het gebouw en de omvang van de andere gezindten gerelateerd bedrag afgekocht worden44. Voor Zeeland betekende dit dat de dorpskerk van Ovezande aan de katholie ken overgedragen zou moeten worden. Ofschoon laatstgenoemden ook hierop aangestuurd hebben, is dit uiteindelijk toch niet gebeurd: de poging leidde in 42. Beide tekeningen van de hand van L.J. Dheenens; die van 's Heerenhoek Zeel.111. II 1492; van KwadendammeZeel.Ill. II 1512. 43. Zie Von der Dunk, 'Wat er staat' [noot 1], 7-9 met afb. op 5, en oudere literatuur. 44. Voor de hele restitutieproblematiek nog steeds geldig: *L37. Voor Zeeland speciaal 218-219. 84

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1996 | | pagina 112